Lijst van brieven op datum
9 oktober 1872
van
Multatuli
aan
G.L. Funke (bio)
Volledige Werken. Deel 15. Brieven en dokumenten uit de jaren 1872-1873 (1983)
9 oktober 1872
Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Twee enkele velletjes postpapier, dubbel gevouwen en geheel beschreven. (M.M.)
balsam Copaïvae: medicament bij een ontsteking in de genitaliën
Wbaden 9 Octr 1872
Waarde funke! Dank voor Neven en Croupier. Wat kreeg ik die beide dingen spoedig!-
Hierby proef vel 14 terug. Zie eens die beide ingeplakte papiertjes
waarheid | dwaasheid |
schraal | schaal |
Behalve die dingen kon ik wel 'n dozyn correctien opgeven, die ik niet geëffectueerd zag! Hoe komt dat toch? Zien ze by de drukkery niet na? Ook vond ik ergens een nieuwe fout. (by 'n kleine verzetting twee woorden aan elkaer gezet.) En dan zulke malle ontypografische blunders, die zy juist in my moesten verbeteren. (dat sterretje op blz 204 boven aan de bladzy!)-
Behalve dit alles, de proef was niet in duplo. Ik heb nu geen legger en kan na 't verzenden, niet nazien of ik iets over 't hoofd zag. Ook kan ik by 't corrigeeren van 15 niet zien hoe 14 definitief geworden is. Er zyn nog meer redenen die maken dat proef in duplo noodzakelyk is. Wilt gy nu alsjeblieft dit vel 14 nazien? Als de drukkery 't zoo duidelyk geschreven: waarheid in: dwaasheid verandert, kan men niet op nauwkeurigheid rekenen. Ik maak m'n corrrecties zoo nauwkeurig mogelyk en schryf letter voor letter. Maar ze geven er niet om. - Ik zie dat gy op de proef vraagt waar vel 15 blyft? Ik ook. Misschien komt het om 4 uur, gelyk met ‘Nieuws’-
De ‘Neven’ maken me...moedeloos. Ze bevallen me niet. Maar...ik weet niet zeker dat ik 'n ‘blyspel’ beter maken zou. v.d. Berg's voorbericht bevat veel waars. 't Is de vraag of 'n Hollandsch blyspel bestaanbaar is? Er zyn aardige passages in de Neven, maar 't geheel - enfin!-
Ik recommandeer u zeer dit vel 14-
Ik verlang te meer naar 15 - en zelfs naar 16 - om te beoordeelen hoe de Aflevering sluit. Daaraan is veel gelegen.
Geef me s.v.p. met eenige nauwkeurigheid op hoever de kopie op 16 uitloopt?
Zooveel heb ik althans van uw oordeel over de grafschrifjes aangenomen dat ik ze liever niet geef zonder 'n woordje - al was 't dan maar zydelings, byv. scie tegen scie - over de oorzaken die my bewogen tot die keus van wapens.
Ik gis dat ze goed zullen verkocht worden, maar beweer niet dat dit u ongelyk geven zou. In tegendeel. Maar... als de aflg met die vodjes goed verkocht wordt, leest en slikt men 't andere ook. Al dienen ze dus maar als ouwel om balsam Copaïvae, dan doen ze goed.
Ik ahn dat de Veer dat stuk Cesar Cesarini niet plaatst. Volstrekt niet omdat het niet goed is, o neen. (laat het uwe vrouw eens lezen. Uitgevers lezen niet, dit weet en begryp ik) maar ik denk dat hy me niet graag 'n pleizier doet. (Thorb. God. moderniteit &c &c.) Welnu, maakt het u dan makkelyk, en houd het maar liggen tot M. een andere plaatsing vindt. Ze heeft er zoo met zorg aan gewerkt, zoo conscientieus! De zaak is niet waard dat ge daarover verschil krygt met uwen hoofdredacteur.-
Van Pl. rechtstreeks niets gehoord. Maar verbeelje sedert 'n jaar al zeide hy een Blad te willen opzetten. Ik hoorde dit van Roorda en van Feringa. My schreef Pl. nooit daarover. Daar ik het toch wist, schreef ik hem al voorlang: ‘Mannetje, je hebt iets in den zin dat je my niet durft zeggen. Ontlast je toch, dan zal ik je kapittelen.’
Of zoo iets. Maar hy durfde er niet mee voor den dag komen. Hy wist hoe ik over wytjes denk, en vreesde dat ik hem zou uitlachen. Maar zie, nadat hy Roorda, die meewerker zyn zoude, maanden aan de praat hield, nam hy op-eens een zonderlingen maatregel tractement te betalen vóór de zaak begon! Roorda deelde my dit mede, geheel zonder erg.
Onlangs schreef me R. over z'n geldelyke omstandigheden. Op z'n budjet kwam ook de inkomst van die Pletsche courant. Ik moest hem dus waarschuwen daarop niet te rekenen, en dacht daarby niet aan die betaling van tractement vooruit. Roorda antwoordt me dat-i juist weer dat honorarium over Sept & October ontvangen had, en nu na myne mededeeling aandringen zou op verklaring wat dat voor geld was? Roorda is de eerlykheid zelf, en staat perplex van myn vertelling, dat begrypt ge. Ook hy hield veel van Plet.-
Dat ik u dit schryf, is omdat ge in de zaak betrokken zyt. Gy hebt me gewaarschuwd. Maar laat svp die bykomende gekke krantopzet-historie onder ons blyven. Ik wil Pl. geen haar meer bezwaren dan (door die annonce) noodig was. Ook hy moest - als v.H., - werken. Leegloopen is de pest. Ik heb daarvan op 't oogenblik een 3o voorbeeld voor oogen, dat veel erger is. Als ik 't in een boek schreef, zou men 't niet gelooven. Men meent dat moederliefde een sterke prikkel is ten goede, niet waar? Welnu, ook dát gaat naar de maan door doelloos rondslenteren. Ik heb te doen met 'n moeder die te lui is om de kousjes van haar kind te wasschen. Van nieuwe breien is geen spraak, en om te koopen heeft ze geen geld. O, veel meer is er dat men in een boek, gezocht zou vinden en overdreven. Ikzelf had het niet geloofd, als ik 't niet gezien had.-
Zeg, als je ooit, nu of later met Roorda in aanraking mocht komen - hy is een goed litterator, zeer goed! - onthoud dan dat hy een door-en-door braaf man is. Ge kunt z'n woord als 'n document beschouwen. Het kon te pas komen na m'n dood. Ik kwam op dit idee door al 't geknoei van Pl. en v. H. Dat schynt norm.
Wees hartelyk van ons beiden gegroet
tt
DD
Nog iets over drukkeryen, nu dit te Haarlem, waar men zich anders wél moeite gaf.
De eerste noot op blz 146 (herdruk) springt in. Ik had daar 4, 5 woorden bygevoegd om die regels pas te maken met de 2e noot op die bladzy.
Jawel! Ik zie nu in de schoone vellen (dank voor de drie!) dat men daarvan geen nota heeft genomen. Dit gebeurt dikwyls. Als ik zeker was dat de gemaakte correctien gevolgd werden, zou ik niet zoo vaak 'n vel nog eens terug moeten vragen.-
Ik geloof dat het goed wezen zou, en tyd winnen, indien ge een bediende de nieuwe proef liet nazien, en, zoo-nodig, direct terug aan de Drukkery met 'n opschriftje:
‘de door den auteur gemaakte correctien zyn in dezen proef niet verbeterd’ Of: ‘er zyn nu nieuwe fouten.’
Zonder meer. Behalve dat: ‘schaal’ en ‘dwaasheid’ kan ik wel 10 dingen opgeven in vel 14, die ik nu voor de 2e maal corrigeer. Die moeite is op zich zelf niets, maar 't beneemt het vertrouwen, en... ik verlies 't oog voor m'n eigen fouten. Dit's het ergste.