Lijst van brieven op datum
6 april 1872
van
G.L. Funke (bio)
aan
Multatuli
Volledige Werken. Deel 15. Brieven en dokumenten uit de jaren 1872-1873 (1983)
6 april 1872
Brief van G.L. Funke aan Multatuli. Dubbel en enkel velletje postpapier, tot het midden van blz. 6 beschreven. (M.M.)
de 1 April-feesten: drie eeuwen na het innemen van Den Briel door de Watergeuzen was er een feestelijke herdenking.
de Vries: de zesde druk van de Gedichten van den Schoolmeester verscheen in 1872 met bijzonder geestige illustraties door Anthony de Vries. Hij heeft het succes van zijn werk niet beleefd, want hij overleed 31 jaar oud al op 29 december 1872.
Amsterdam, 6 April 72
Waarde Heer Dekker!
De zorg, om mijn rekeningen de wereld in te krijgen, maakte dat ik U wat lang op antwoord moest laten wachten. Daarbij de 1 April-feesten etc. Kortom: ik vraag excuse voor 't oponthoud om allerlei redenen. En nu een beknopt antwoord.
1o doet het mij genoegen dat Ge mijn voorstel over de finantieele regeling juist hebt opgevat. Dat blijft dus afgesproken.
2o wegen Uwe bezwaren tegen de N. Serie ook wel degelijk bij mij. Nog altijd tob ik er meê wát te doen, maar een besluit nemen in een zoo gewichtige kwestie (ten opzichte van 't debiet gewichtig) durf ik nog niet. In elk geval moeten we met het volgnummer der Ideën dóórgaan; wat we dan verder zullen doen, kunnen we bepalen als afl. 1 in 't licht moet. Uwe vrees voor misverstand ten opzichte Uwer gevoelens, van veroudering der drie eerste bundels e.t.q. deel ik minder, doch zeer zwaar weegt bij mij - en ik verblijd mij daarover ten hoogste - dat Ge nog plan hebt om vroegere ‘ideën’ af te maken. Zie dát vind ik heerlijk en zou mij kunnen overhalen om in alles Uw vroeger plan te blijven volgen.
In elk geval dus gaan we door met de volgcijfers en beslissen later wat te doen ten opzichte van 't uitwendig pakje. Dat wij 't ook daarover eens zullen worden, is zeker.
Blad 1 van Vorstenschool is zeker al een dag of drie geleden bij U aangeland? Blad 2 komt maandag. Heeft de zetter U goed begrepen? Ik hoop ja!
Gij spreekt er van dat de V.S. gespeeld zal worden. Is dat al met Driessens afgesproken? Zoo ja, wanneer zal 't dan opgevoerd worden? Toch niet, vóór dat ik er meê uitkom?
Eén ding hoop ik maar, dat nl. de spelers Uw werk niet zullen verbroddelen. Zie, dát zou ellendig zijn, maar helaas niet ongewoon bij onze Hollandsche tooneelisten. De V.S. moet door de spelers wel zéér delicaat worden opgevat om voor de groote massa te kunnen voldoen en om óok beschaafde luî tevreden te stemmen. Zeker is 't dat men dat stuk niet zou mogen opvoeren vóór men 't naar Uw genoegen had gerepeteerd. Ik bid U, wees daar streng op, want ik ben zeker dat Uw stuk diepen indruk zal maken, mits 't maar gepast behandeld wordt. Laat 't dus door geen gezelschap opvoeren vóór Ge zelf U hebt overtuigd dat men de rollen vat. Beter nooit opgevoerd dan slecht.
Hoe jammer dat de krachten van ons Holl. tooneel zoo verdeeld zijn in vakjes en troepjes! Immers zouden uit al die hoopjes zeer goed een keurbende, waardig tot opvoering van zoo'n stuk, saamtestellen zijn! Denk toch niet dat het den doodzwijgers ooit of immer zal gelukken Uw werk te smoren of er onjuiste conclusiën uit te laten trekken. Geloof mij, ik heb goede gronden om te meenen dat we pas aan den vooravond zijn van de verbreiding Uwer geschriften. Duizenden kennen ze reeds, maar tienduizenden zúllen ze kennen vóór we drie jaar verder leven. Jaar op jaar vermeerdert sedert 1870 't getal Uwer vrienden en ik zal wel zorg dragen dat men U geen dag vergeet. Ik weet niet of Ge Hbl. N. Rott. en Haarl Couranten leest, anders zoudt Ge zien dat het publiek regelmatig aan Uwe boeken en extracten daaruit herinnerd wordt. Lijsten Uwer werken zwerven bij tienduizenden in alle tijdschriften en vervolgwerken; ieder nieuw boek en iedere herdruk warmt de belangstelling op, en bij eigen ondervinding mag ik getuigen dat velen die U naar eene enkele vroeger gelezen bladzijde veroordeelden thans tot Uwe warme bewonderaars behooren. Maak U dus niet verdrietig. Leed hebt Ge meer dan genoeg geleden en miskenning niet om uit te spreken, maar tob thans niet over dingen die niet meer bestaan. Gij wordt gelezen en hier, waar helaas alle verbetering langzaam schijnt te moeten komen, is de publieke meening over velerlei zaken, die Gij bepredikt hebt, sedert Uwe verschijning enorm gewijzigd en in Uwe richting gekomen. Dat het U nog niet bevalt, begrijp ik zeer wel, maar dat Ge eindelijk toch velen Uwer denkbeelden zult zien zegevieren, zie, dat geloof ik zeker en onwrikbaar.-
Natuurlijk zal ik mijn best doen alles mettertijd in te palmen wat thans nog bij andere uitgevers berust. Schrijf mij bij gelegenheid eens of Ge aan Waltman Uwe boeken verkocht hebt. Ook de Havelaar hoop ik met eenig geduld, zij 't dan ook met groote kosten, eenmaal in handen te krijgen. Dat boek stijgt thans ieder jaar in waarde.
Aan een register zouden we misschien al vroeger kunnen beginnen om 't later nog eens geheel compleet te geven. Daarover later.
Uw vraag betrekkelijk een geillustreerde editie der Ideën zou ik liefst willen beantwoorden met een proef te nemen door 't geven eener geïllustreerde uitgaaf van Wouter's historie. Kent Ge de teekenaar de Vries, die de Gedichten van den Schoolmeester (vd Linde) zoo geestig illustreerde? Welnu dat zou de man zijn die we moesten hebben en hij zou 't zeker met geestdrift en goed doen. Lukt het U dus Wouter af te schetsen dan zou ik heel veel lust hebben de proef te wagen en ik vrees dan ook niet voor mislukking. De Vries heeft door zijn Schoolmeester-illustratie getoond dat hij prachtig-naïef kan wezen, en droog-komiek als de beste.
En nu basta voor van daag! Wees hartelijk gegroet van
Uw
GLfunke
Schrijf mij eens hoeveel ex. van ‘De Bruid’ Ge hebben wilt en aan welke adressen ik namens U hier te lande ex. moet zenden.