Lijst van brieven op datum
21 maart 1872
van
Multatuli
aan
S.E.W. Roorda van Eysinga (bio)
Volledige Werken. Deel 15. Brieven en dokumenten uit de jaren 1872-1873 (1983)
*21 maart 1872
Brief van Multatuli aan S.E.W. Roorda van Eysinga. (RvE, blz. 149-150). De brief van Roorda waarop de onderstaande het antwoord vormt, is niet bewaard gebleven.
Wiesbaden, 21 Maart '72.
Beste Roorda, De schaakparty is uit. En (ook) ik heb slecht gespeeld. (Dat ‘ook’ is een douceur voor u). Reeds twee zetten geleden namelyk had ik moeten spelen wat ik nu doe: M'n koningin op d 7, den mat dreigende op h 3. De eenige zet die uwen dood kan vertragen is: f 1-f 2. Dan kan uw koning nog op g 1 gaan, doch is ook daarna (h 3-g 2) mat.
Zeg me ronduit of ge voor uw eigen genoegen en niet om mynentwil nog 'n party speelt.
Maar kerel als ge, of door zorgen, of door gebrek aan lust, het boekje er niet by neemt dan bereikt ge 't doel niet dat ik my van 't schaken voorstel, en dat ik dan ook inderdaad gewoonlyk bereik. Het doet me werken. 't Wekt me op, etc. Ik heb veel aan schaken te danken. 't Is me een ‘borrel’ den eenigen dan ook dien ik drink.
Ik ben wel en betrekkelyk opgeruimd.
Goedkoop in Duitschland? Waar? Dat weet ik niet. Hier niet! Maar die zaken zyn overal 't zelfde. In den gelderschen achterhoek is 't goedkoop zegt men. Dat zal wel wezen omdat er niets te krygen is. By nadenken zie ik in dat dit toch niet doorgaat. Te Mainz byv. (hier vlak by) is, hoor ik, alles goedkooper dan hier, en Mainz is toch 'n redelyk groote plaats, en lief gelegen, maar vuil.
Ik weet op 't oogenblik u niet te raden. Op 't oogenblik. Iets later misschien.
Dit uitstel wordt veroorzaakt door 'n paar hindernissen in m'n werk. Als ik die te boven ben, ik hoop over 'n week of twee, maar dat hoopte ik ook 'n maand geleden! dan zal ik my... ik weet nog niet wat ik zal. Maar dan schryf ik u uitvoeriger ook over geldzaken. Ik vraagde u daarnaar en ge hebt niets vernomen. Nu dat kwam omdat m'n werk niet vlotte.
Loudon, ja! Een gewoon mannetje. Holland heeft niet anders.
Wees met de uwen hartelyk gegroet
t.à.v.
D.D.
Uit Feringa's onstof kan ik niet wys worden. Ik had echter nog geen loisir om die zaak te behandelen. Gister schreef ik hem - na maanden 't eerst - in vier vyf regels, dat ik het te druk had om te schryven, en z'n aanmerkingen later behandelen zou.
Als hy meent my te lokken in een duitsch filosofisch labyrint van professorpraatjes... merci!
Ik gis dat het dien weg zou opgaan en daartoe leen ik my niet. Ik spuw op mystieke geleerdighedens. Dan houd ik het liever met den Heer en den Bybel. Daar is nog kleur in!
De duitsche beroepswysgeeren hebben veel kwaad gedaan. Dat is 'n ras!
Ik heb 't waarlyk druk.