Multatuli.online

2 februari 1872

Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Dubbel velletje postpapier, tot onderaan blz. 3 beschreven. (M.M.)

Een gedeelte van de laatste alinea staat met een verwijzingsteken onderaan de bladzijde.

Wiesbaden, 2 februari 72.

Waarde Heer Funke! Ik was juist van plan U dezer dagen te vragen hoe 't met de proeven stond. Het doet my genoegen uit Uwen brief van eergister te zien dat ik die over 'n dag of tien kan verwachten. Ik zal ze zeer accuraat corrigeren, en met spoed terugzenden. Mag ik U nogeens (in 't belang der zaak) twee opmerkingen maken?


1. Dat ik altyd proef (of revisie) noodig heb in duplo. Dit is zoo noodzakelyk, dat ik niet begryp dat het geen vaste regel is. Men moet een legger hebben, om met vorige correcties accoord te gaan.
2. Dat de Drukkery wat... menschelyk wezen moet, en my geen fouten te corrigeren geve die 'n letterzettersleerling even goed als gy en ik kan verbeteren. Ik vraag dit niet omdat ik tegen de moeite opzie, maar 't oog, de stemming en zelfs de marge van 't proefblad, moeten niet geabsorbeerd worden door 't verbeteren van onspelbare woorden of omgekeerde letters. ('t spreekt vanzelf dat ik geen volmaaktheid vorder, maar soms maken ze 't al te erg.) -

De ‘Bruid daarboven’ zend ik morgen gecorrigeerd terug. Ik heb reGt, reGt gelaten en vrolyk, blyft vrolyk. Eerst was ik van plan ook die dingen te veranderen, maar by nader inzien, vind ik het goed dat stuk in 't bezit te laten van z'n dertigjarigen ouderdom. Prosit! Ik zal er een voorberichtje by schryven.

Ik had van geen der vorige drukken proeven gezien. De eerste was door een nichtje van my, de tweede door den heer Gunst gecorrigeerd. Over 't geheel niet slecht. De meeste veranderingen die ik maak, zyn in de interpuncties. Zoo'n komma vóór drie puntjes kan ik niet verdragen (,...) en dan die vervloekte ije-jees! -

Uw aanbod om my voor dien nieuwen druk f50 te betalen (geheel onverplicht, want het ding behoort u) is zeer royaal. Ik wou ryk genoeg zyn, U te bedanken. Niet uit hoogheid, maar om de zaak niet te bezwaren. Nu neem ik gaarne aan. Ik moet wel. 't Spreekt vanzelf dat ik de proeven corrigeer. Dat zou ik ook doen zonder dat honorarium, en wel met zeer veel belangstelling. Deze zult gy ook opmerken in de correctie van 't Exempl dat gy my zendt, al verander ik dan geen hoofdzaken.-

Gy schryft: ‘laat ons voor goed vaststellen dat ik voortaan steeds by nieuwe boeken of by herdrukken, telkens een honorarium zend wanneer ik het proefblad tot afdrukken ontvangen heb. Ik verplicht my dus (volgt: de in dien zin op U genomen verplichting)

Dit voorstel bestaat uit twee elementen: omschryving van wat ik te leveren heb, en tydsbepaling der remisen daarvoor.

Over 't eerste is geen verschil van meening denkbaar. Het spreekt vanzelf, dat ik op my neem: de correctie tot ‘fiat afdrukken’ toe, van al myn werk dat by U wordt uitgegeven. Deze verplichting van myn zyde, is altyd in 't accoord begrepen. Ook buiten verplichting, ben ik er zeer op gesteld, maar dit is nu de vraag niet: ik verbind my er toe, en stipt genomen, zoudt ge my dus geen betaling schuldig zyn, voor ik myne waar volkomen (d.i. met inbegrip der correctie) geleverd had.

Maar... nu heb ik dikwyls behoefte aan geld, en ik voorzie dat het my vaak moeielyk wezen zal te wachten tot na 't heen en weêr zenden der proeven. Ik ben dus zoo vry, U te verzoeken my wel te betalen na ontvangst der Kopy, die altyd globaal kan berekend worden, ter nadere likwidatie.

By 't aannemen van Uw voorstel, zouden we, om dan heel stipt te zyn, ook moeten bepalen binnen hoeveel dagen ik van gezonden kopy proef moet hebben, daar 't wezen kon dat de Drukkery slabakte, of zoo ìets. Dìt alles geldt alleen voor 't vervolg, daar ge my voor 't herzien &c van den herdruk der eerste 2 bundels Ideën reeds f320. hebt gezonden. Ziedaar nu juist een voorbeeld. Ik had toen geld noodig, en gy had de vriendelykheid my te zenden. Volgens 't nu voorgeslagen systeem, zou ik nu nog zeer lang op dat geld moeten wachten, of liever ik zou niet wachten, want dan was ik dood geweest, en de heele correctie naar de maan.-

Uw beide vragen: of we bundel IV beginnen met Vorstenschool? en: ‘in ieder geval beginnen we in't voorjaar met dien bundel?’ zyn juist geschikt om my te decideren, of liever tot decisie te dringen. Op de laatste vraag zeg ik: ja, zeker! En wel zoo spoedig mogelyk. Geef me over Vorstenschool drie dagen tyd tot beraad.

Verwacht dus binnen een paar dagen een volgenden brief. Daarin zal ik tevens een en ander beantwoorden, dat ik nu oversla. De Bruid daarboven zend ik morgen. Het ontvangen der proeven (daarvan, en van den herdruk Ideën) zie ik met verlangen te gemoet. Laat het U niet hinderen dat ik my daarmeê moet bezighouden. Als de Drukkery een beetje schappelyk is, doe ik 't met pleizier. En dan heeft het successivelyk aangroeien van schoone vellen zyn eigenaardig genoegen.

Uw plan is immers bundel IV in 't oude formaat (Meyer & v. Helden) uittegeven? Ik zal 't zeer ter harte nemen.

Wees intusschen zeer vriendelyk gegroet

van t.a.v.

Douwes Dekker