Lijst van brieven op datum
4 januari 1872
van
Multatuli
aan
G.L. Funke (bio)
Volledige Werken. Deel 15. Brieven en dokumenten uit de jaren 1872-1873 (1983)
4 januari 1872
Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)
't fr. H.S.: het friese handschrift, het Oera Linda Bok.
Timothée Trim: ps. van Léo Lespès (1815-1875), frans auteur die elke dag een stuk schreef in Le petit journal van Moïse Millaud en daarmee dit blad populair en Millaud rijk maakte.
112: Idee 112; zie V.W. II, blz. 335.
inodore: reukeloos (fr.)
Wbaden 4 Januari 72.
Waarde heer Funke, heden ontving ik in grooten dank, de tweede f60, - zoodat ik nu reeds in 't geheel (met de eerste remise van vHelden mee) f 320, - ontvangen heb. Dit is immers accoord?
Uw plan van uitgeven brief 23 Decr vind ik natuurlyk zeer goed. Van myn zy, zal ik zeer myn best doen voor spoedige en accurate correctie. Doch laat svp. altyd in duplo zenden. Want ik heb legger noodig van vorige correctie om later accoord te gaan, en dan asjeblieft terstond schoon vel. (ongeplet, en in simplo, ook om accoord te gaan.) Behalve gevallen van overwegende force majeure, hoop ik U altyd de correctie met omgaande post terug te zenden.-
Vierde bundel beginnen als er een vel of zes is? Goed. Ik zit in tweestryd, of ik in bundel IV nog iets toevoeg aan de kommentaar Vrye Studie ('t is me gevraagd) of waarmeê anders te beginnen. Van Helden schreef me voor eenige maanden over zekeren voorkeur om Vorstenschool àpart uittegeven. Nu, over IVn Bundel, iets later. Nu over den herdruk van 1, 2 & 3.-
Uwe vragen over de wyze van drukken der Noten. Myne bedoeling was eigenlyk, tweërlei manier van zetten:
Nu vraagt gy of die onder de Ideën komende Noten met dezelfde letter, doch ietwat ínspringend kunnen gedrukt worden? ‘Dit zou de lezing gemakkelyker maken.’ Ja, dat vind ík ook. De eenige vraag is, of er dan blykt dat de dus geplaatste bijvoegingen van dezelfde herkomst zyn, als de noten onder de blz.? Indien gy in dít verschil geen bezwaar ziet, vind ik het zeer goed. Ja, 't kan wel, want het: (1872) dat er onder komt, wyst alles uit, vooral in-verband met de Voorrede.-
1872 inplaats van 71, zeer goed.-
Of ik al of niet uitdrukkelyk gezegd heb: noot o.d. bl. of onder Idee... doet er dus niet toe. We kunnen ons nu houden aan de twee soorten van ommezyde.
Of zoudt gy denken dat sommige noten ook aan 't einde van een Idee konden, al lìep dat één of 2 blzz. verder? In dat geval zouden alleen die noten onder de blz. komen, welke by zeer lange stukken behooren. Hoe minder kleine letter hoe beter, omdat veel lezers noten overslaan.
My bevalt de heele inrichting van myn werk niet. Hoor eens. Aanvankelyk zyn de Ideën kort, en dus komt voorloopig alleen de eerste manier te-pas. (onder 't Idee, gelyke letter, inspringend, 1872.) Daarmeê kunnen we een heelen tyd voortgaan. Voor we dan aan de eerste noot zyn, die onder de blz. zou moeten, kunnen we beraadslagen. Dus maar beginnen zoo als Gy hebt voorgesteld. Ik zal my goed inspannen om de zaak te doen marcheren. Ontbloot U nu voorloopig niet meer van geld. Ik zal my, hoop ik redden. Ik ben U zeer dankbaar voor Uwe welwillendheid.-
Ook dank ik U voor de genomen moeite in de zaak van 't fr. H.S., en ik houd my aanbevolen voor wat inlichting omtrent die vóór-Batavieren. Ik ontvang heel geregeld de Courant, maar... maar... ik ben niet tevreden over de redactie, den heer de Veer. Jokken, liegen of omwegen zouden niet tepas komen. De zaak is, dat ik niet vat welk program hy zich heeft opgelegd? Litterature légère of 't (zoogenaamd) tegendeel? Ik was te Parys toen Timothée Trim den heer Millaud millionair maakte met voddery. Ik bewonderde den kerel, die elken dag een nietigheidje wist te geven, dat voor zyn publiek pikant was. Het was er dan ook naar, doch... voor zyn publiek geschikt. Nu, begryp ik niet, welk publiek de heer de Veer zich voorstelt? Neem dit niet zoozeer aan als aanmerking, dan wel als opmerking. Neen, 't is geen aanmerking. Ik ken den kring niét, waarin de ‘Kleine Courant’ populair moet worden. Zie, ik hoef U niet te zeggen hoe ik denk over de moraliteit en de letterkundige (!) waarde van... Asmodee, maar: ik begryp dat zoo'n ding debiet heeft. Jacht op schandaal en pikanterie à bon marché, is leelyk, maar er zyn er die van dat leelyke houden. Ik geloof niet dat het goed zou zyn, myn werk te verbrokkelen, door iets te leveren. Dat zou de Ideën meer schaden, dan 't voordeel aan de courant aanbracht. Bovendien ik kan niet schryven wat ik wil (112) en dat zou voor de ‘Kleine Courant’ die inodore is, lastig wezen. Meen nu niet dat ik van bitterheid houd - o neen! Ook vind ik, dat het peperen zoo in de mode komt (een bewys van gebrek aan talent, misschien in my ook) dat het waarlyk een verademing is, eens iets zoetsappigs te lezen. Maar voor een Publiek dat nu juist daarmee gediend is, vind ik toch den heer de Veer weer te on-orthodoks, te flink.
Ik dank U voor Uwe wenschen by gelegenheid van 1872, en ook ik van myn kant hoop dat dit jaar U voorspoed brenge in zaken en in huisgezin. Ik beloof U, wat my aangaat myn best te doen. Wees hartelyk gegroet van
tav.
DouwesDekker
Myn groet aan onzen van Helden.