Lijst van brieven op datum
16 september 1871
van
S.E.W. Roorda van Eysinga (bio)
aan
Multatuli
Volledige Werken. Deel 14. Brieven en dokumenten uit de jaren 1870-1871 (1982)
16 september 1871
Brief van S.E.W. Roorda van Eysinga aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)
vel 16-26 der Idéen: het slotgedeelte van de derde bundel; zie V.W. IV, blz. 524-675.
Vaderl. Letteroef.: in een bespreking van De duivel op Java door F.C. Wilson maakt v. O (= H.M.C. van Oosterzee) de opmerking: De ‘duivel op Java’ is niet zonder talent geschreven, schoon het van deze zijde wel lager staat dan eene andere nouvelle, als letterkundig product een der grootste meesterstukken in onze taal, uit een maatschappelijk oogpunt het voor Nederland in strekking en gevolgen verderfelijkste boek dat misschien ooit is uitgeschreven. (Nederlandsche Letteroefeningen 1871, blz. 425).
Newton: de engelse wis- en natuurkundige Sir Isaac Newton (1542-1727).
Cuvier: de franse zoöloog en paleontoloog Georges Cuvier (1769-1872), sinds 1819 baron; invloedrijk hoogleraar en staatsman.
Louise: de weduwe van Multatuli's broer Jan Douwes Dekker.
Moens: de predikant Antony Moens (1827-1899), sinds 1866 liberaal kamerlid.
Bayle: de franse theoloog en filosoof Pierre Bayle (1647-1706), hoogleraar aan de Illustre School te Rotterdam (1681-1693), auteur van de vermaarde, tien maal herdrukte, vinnig bestreden Dictionnaire historique et critique, (twee dln. 1697).
Brussel, 16/9 71
Waarde Dekker! Hartelijk dank voor vel 16-26 der Idéen. Ik zal er winst meê doen voor de opvoeding van mijne kinderen. Wie U leest, krijgt den droevigen indruk, dat hij sinds zijne jeugd verknoeid werd door ouders, onderwijzers en Maatschij. Als ik een pensioen krijg, dat mij ontheft van de verplichting tot broodschrijverij, ga ik weder van voren af aan leeren. Jammer, dat Uwe Idéen niet vertaald worden. Mocht dit lang uitblijven, dan zullen mijne kinderen ze in 't Fransch overzetten. Gij hebt meer verdienste en deugd dan Uwe tallooze verkleiners: Bosch, v Lier etc. Laatstgenoemde is weêr bezig geweest. v Kesteren heeft hem geantwoord, dat hij misbruik maakt van zekerheid, dat hij vergeten zal worden.
Een akelig recensent in de Vaderl. Leuteroef. Sept jl beweert, dat Max H. uit maatschk oogpunt het gevaarlijkste aller boeken is.
Meer en meer bekeert Ge mij. Als krijgskst eene wetenschap was, hoe komt het dan, dat Condé, Nap. 1, Alex. de Gr. en anderen ze op hun 20e jaar beet hadden? Dit was toch niet 't geval met de wetensch. van Newton, Cuvier enz.
Ook vaccinatie. Zij hebben mijn' kleinen jongen verknoeid. Vroeger een wolk, een roos. Sinds de inenting wit en telkens geplaagd met uitslag. Ellendige geneesheer.
Er is een denker opgestaan, Feringa, schrijver van ‘Democratie en Wetenschap’. Hij komt hier eene maand doorbrengen en zal een tijdschr. oprichten, waarin hij, op mijn verzoek, een opstel aan U zal wijden, waarvoor ik hem Uwe laatste Idéen leenen zal. De vóórlaatste zijn ook hier uitgeleend, waardoor ik niet met zekerheid kan zeggen, gelijk ik gis, dat Vel 11-15 niet ontvangen zijn. Vóór een paar maanden schreeft Ge mij, geloof ik: ‘Eerstdaags krijgt Ge vel xi-xv,’ maar ik kreeg niets.
Mijne nicht Mevr. v d Does, te Gendringen, had onlangs ruzie met den dominé F. Ouwersloot over U. Hij beweerde, dat Gij geen eergevoel hebt!! In groot gezelschap voegde zij hem toe: ‘Hij is mijn vriend, en ik duld niet, dat men van mijne vrienden kwaad spreekt’. Het gezelschap juichte haar toe. Zij heeft eene prachtige novelle in handschr.: ‘Hilda’, een meisje, dat verliefd is op een getrouwd ongeloovige, gelijk zij. Om haren hartstocht te bedwingen, gaat zij, Hilda, onder 't Roode Kr. ten oorlog en sterft.
Plettenb. sprak me van eene radicale courant, 1 Oct op te richten, waarvan ik ‘Onze Brusselsche correspt’ zou zijn Sedert niets gehoord. Heeft hij voor de directie denkvermogen, kennis, wakkerheid en onafhankelijkh. genoeg?
Loudon zei mij: ‘ik vind Uw streven zeer edel.’ Wat moet hij nu doen? Kan hij wel in gemoede de betrekking van Gr. Gl. aannemen onder een v Bosse? 't Gaat mij te hoog. Althans ik wil geen ambtenaar onder hem zijn, tenzij ik geene keus had.-
Wanneer spreek ik U? Krijg ik een pensioen, dan zoek ik U op. Maak mij weder eens gelukkig met een' brief. Schrijf mij hoe het met uwe aardsche zaken gaat, met Uwe uitgevers. Maar schrijf vooral over de Uwen, ook Uwe schoonzuster Louise en hare kinderen. Ik ben naar, heb f1200 uit Indië te goed, waarvan 900 van v. Kesteren. En die lui hebben altijd den mond vol van exploiteeren v. Java door 't moederl.! Exploiteeren is vooral een Hollandsch gebrek.
Ik geef ook lessen, maar zie uit Uwe Idéen, dat ik 't zeer slecht doe.
Wij groeten allen U hartelijk. Met een' handdruk
Uw vriend
Roorda
Ik zond u de geschiedenis van den betaalden moordaanslag, ook officiëel aan Loudon. als bijlage tot het request om rechtsherstel. Stieltjes en Moens waren 26 Mei moediger in mijne zaak dan de rest. Enkele mijner familie-leden willen, dat ik martelaar blijve, wat ik nooit heb willen zijn. Ik trachtte slechts mensch te wezen, hart, medelijden voor de Javanen te hebben. En ik wendde mij om persoonlijk recht tot de wettelijke rechters, zonder naar hun karakter te vragen. Slechts 2 waren mij daarvoor te gemeen: vd Putte en vBosse. Hun, de eerloossten onder de eerloozen, wou ik niets vragen, hoewel juist zij mijn eisch zouden hebben ingewilligd. Van den eerste was dit althans zeker. Vale
Gener.l Kroesen, oud-lid in den Raad v. Indië, zeî hier: ‘Roorda zal zijn recht wel krijgen, als hij maar zwijgt.’ Hoe naïef!
Ga vooral voort met stumperts aan te wijzen, wat goede boeken zijn. Zoodra ik geld heb, koop ik Bayle. Ik zou autocratisch koning van Holland willen zijn, om U premier te maken.-
De clairvoyant van den magnetiseur Weteling te Amst. verricht wonderen van genezing. Begrijpt Gij dit?