Lijst van brieven op datum
1 januari 1871
van
Multatuli
aan
Christiaan van Helden (bio)
Volledige Werken. Deel 14. Brieven en dokumenten uit de jaren 1870-1871 (1982)
*1 januari 1871
Brief van Multatuli aan C. van Helden. Memoriaal, blz. 11-13. (M.M.) Handschrift van Mimi.
Wiesbaden 1 Jan. 1871
van Helden, Den 29n. Decr. ontving ik uwen brief met f10, waarin gy als gewoonlyk belooft my ‘heden’ te zullen schryven, en waarop - ook als gewoonlyk - niets gevolgd is.
Ik wachtte al weder antwoord op myne brieven van 24 en 25 Dec.r Het uitblyven daarvan is my om velerlei reden onaangenaam, de gevolgen zyn my zeer nadeelig - maar enfin! Dit alles is nu sedert Augustus en ook in vroegere jaren zoo vaak het geval geweest. Ik moet my in 't gebeurde schikken.
Om niet weer te riskeeren dat gy niet antwoordt, zal ik u niet meer schryven. Dit middel is zeer eenvoudig, en ik had het vroeger moeten toepassen. Dit had my veel ergernis en schade bespaard.
Ik mág my niet langer blootstellen aan de noodlottige gevolgen die uwe handelwyze voor my heeft. Herhaaldelyk vraagde ik u op welke wyze gy meent me daarvoor schadeloos te stellen? Maar - natuurlyk! - gy hebt daarop niet geantwoord.
Behalve dat eeuwige niet-antwoorden, ook in zaken die niet regtstreeks met geld in verband staan - hoezeer al die vertragingen my wel ter dege in 't geldelyk schaden! - hebben wy te zamen de Ideen in de wereld te zenden.
En om 't myne daartoe bytedragen moet ik kunnen leven niet alleen, maar kunnen leven met iets minder ergernis dan gy my veroorzaakt. Gy betaalt my wat ik in zeer pynlyke omstandigheden lever, maar gy betaalt me niet wat ik ten-gevolge dier omstandigheden, niet leverde. Dat is oneindig meer!
Door uwe schuld leed ik honger. Myn gestel is ondermynd. Ik ben half blind. Ik verzuimde veel. Geestelyk en lichamelyk, ja ook en vooral: maatschappelyk. ben ik zoo verzwakt en gedaald, dat allerlei vuil volk (Kern en consorten!) my tot 'n voetveeg gebruikt of gebruiken wil.-
Ook daarom moet ik, ten opzigte van het deel dat gy daartoe bydroegt, my schikken, voor zoover het verleden aangaat. Redrès van 't gebeurde gaat uwe krachten te boven. En gy maakt er u dan ook maar 't makkelykst af, door u te houden alsof gy niet weet wat er geschied is. (Ten deele weet ge dat dan ook werkelyk niet! Myne kinderen heb ik door uwe schuld voor altyd verloren.-
Maar al wist gy dát niet, gy wist toch genoeg, dunkt my, om eenig besef te hebben van wat gy my gedaan hebt. Ge wist toch dat ge my, die geregeld betaald wordende voor myn arbeid ryk ben, tot een soort van bedelaar hebt gemaakt. Gy wist dat ik hemden verkocht voor brood. Myn schuld is dat ik te lang poogde eenig gevoel daarvan in U optewekken. Er is hier geen kwestie van uwe financieele gêne. Dat zoude byzaak geweest zyn, en by tydige opregtheid van uwen kant, zoude ik middelen geweten hebben om U en my zelf te helpen. Maar dit alles is voorby. Ik moet my in 't gebeurde schikken.
Voor 't vervolg echter wil ik my waarborgen. Dit is myn pligt, en gy moogt me dit niet kwalyk nemen. Want al beantwoorddet gy myne tallooze brieven niet of zelden - meestal met de verzekering dat gy ‘heden of morgen’ antwoorden zoudt - ge hebt die toch gelezen! Ge weet dus hoe lang ik machteloos poogde en kunt my niet beschuldigen van hardheid of overyling. Ik wil en moet werken en daartoe is voor alles noodig dat ik aanleiding tot verlammende ergernis uit den weg ruim. Men houdt U voor uitgever der Ideen, welnu 't is juist andersom. Gy zyt oorzaak dat myne meeste Ideen niet worden uitgegeven; dat mag niet langer.-
Ik wil nu spykers met koppen slaan, Ziehier onze rekening-courant.
debet | |||
---|---|---|---|
Aan kopie à f40 p. vel op divers datums gezonden. | |||
drie bedryven ‘Vorstenschool’ | |||
verhg. ‘Beschaving’ in uwen brief 24 Juni getaxeerd 4½ vel.
Nu - om rond te zyn - onder nadere rectificatie 4 vel |
f 160.- | ||
Zestien vel Ideën | 640.- | ||
Saldo U komende (te verhoogen met kleine ten mynen behoeve gedane uitgaven waarvan het bedrag my onbekend is, doch die ik gaarne valideer, als ook met de teveel genoten present exemplaren, al zyn die dan ook verstrekt in het belang der zaak, ik wil die gaarne betalen | 115.- | ||
_____ | |||
f 915.- | |||
Cred.t | |||
Saldo oude rekening volgens uwe opgave f400 à f500, door my aangenomen voor | f 500.- | ||
Pr uwe remises Mei 30 | f 40.- | ||
Juni 6 | f 40.- | ||
Juni 25 | f 50.- | ||
Juni 28 | f 30.- | ||
Juli 2 | f 60.- | ||
Juli 12 | f 20. | ||
Juli 25 | f 25.- | ||
Augs 5 | f 20.- | ||
Augs 19 | f 20.- | ||
Sept. 8 | f 25.- | ||
Sept. 13 | f 20.- | ||
Sept. 24 | f 45.- | ||
Decr 20 | f 10.- | ||
Decr 28 | f 10.- | ||
_____ | |||
f 915.- |
Ge hebt alzoo - behalve die kleine onkosten waarvan ik om accoord te gaan, opgave verzoek - honderd vyftien Gulden van my te goed. Ik wil niets liever dan die schuld met den meesten spoed aanzuiveren, en dit ware sedert lang in uw en myn belang geschied indien ik met wat kalmte had kunnen doorwerken. Dan namelyk ware die som - ja al ware ze tienmaal grooter - eene kleinigheid.
Ik stel U nu voor daarvoor kopie myner Ideën aantenemen à f40 per vel, met inhouding van de helft dier som tot de volle aanzuivering dier f115 toe. Op die wyze is deze zaak na afwerking door my en ontvangst door U van het 22e vel, gelikwideerd.
Deze regeling nu, is geheel volgens het oude accoord, en ik zoude U dit niet als iets nieuws voorstellen, indien ik niet - in verband met uw zwygen, uit- en teleur-stellen - genoodzaakt was U voorteslaan my velsgewys die te betalen helft van het honorarium te doen geworden, in welk geval ik my verbind U of per ommegaande post of na verloop van slechts één dag, de kopie van 't betaalde vel te doen geworden. Na alles beproefd te hebben om U tot eene geregelde behandeling van zaken te nopen, is dit voorstel het eenige dat my overblyft. Ik hoop dan niet - gelyk het geval was - soms maanden op proef of afgedrukte vellen te zitten wachten, waardoor het voortwerken my onmogelyk werd gemaakt.
De onbillykheid dat onze rekening courant na alles wat er geschied is, nog altyd sluit met een saldo in myn nadeel, is een van de vele onregtvaardigheden die ik slikken moet.
Maar juist omdat my dit drukt wil ik daaraan een eind maken. Ik wil niet langer gecenseerd worden f1000 schuldig te zyn aan iemand die my voor duizenden benadeelde. (het my aankomend ½ aandeel in Havelaar heb ik door uwe schuld verloren. Het is naar de maan! Maar dat is een nietigheid!)
Ge kunt nu overigens verzekerd zyn dat ik u nooit weder iets vragen of opdragen zal, geen inlichting, geen berigt, geen mededeeling - niets! 't Is voor myn werk wel nadeelig, maar... ik moet het slikken. Het wachten op Uwe mededeelingen kost my te duur. Heden verzend ik vel 16 gecorrigeerd - voor 't eerst liet ik het - moedeloos! - één dag liggen. Maar dat zal niet weer gebeuren. Ik kan niet slapen als er iets op my wacht! Adieu
(was get.) Douwes Dekker.