Multatuli.online

Midden december 1870

Aanbiedingsbericht van K.H. Schadd, ter begeleiding van de uitgeverscirculaire. (Bibliotheek Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels, Amsterdam; fotokopie M.M.)

amsterdam, December 1870.

M.

Ik heb het genoegen U hierbij eene aanbieding te zenden van eene goedkoope uitgaaf in klein formaat (waarnaar reeds zoo lang in alle oorden van ons land verlangd werd) van


MAX HAVELAAR.

Aan eene krachtige exploitatie door advertentiën, aanplakbilletten, inteekenlijst enz. zal het niet ontbreken.

U zult mij verplichten door uwe bestelling dadelijk in te zenden, daar de verzending binnenkort plaats zal vinden.

Geloof mij, hoogachtend

Uw Dw. Dienaar,

K.H. Schadd.

Midden december 1870

Uitgeverscirculaire van K.H. Schadd inzake Max Havelaar.

(Bibliotheek Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels, Amsterdam; fotokopie M.M.)

een koninklijk boek.’

Zie keerzijde.


multatuli,
MAX HAVELAAR.
derde, goedkoope druk (± 20 vel post 8o.)
Partikulieren-prijs: f2.40. Netto f1.92.

Bij vooruitbestelling, tot aan de verschijning in Januari 1871:

premiën 9/8, 16/14, 30/26, 50/42, 75/62, 100/80.

Keurige linnen banden (met schuine kanten) worden tegen 50 Cent part. en 40 Cent netto berekend.

In kommissie wordt dit boek niet gegeven.

Amsterdam,

December 1870.

K.H. Schadd.

... Hetzelfde geslacht heeft Max Havelaar en de Camera Obscura zien populair worden, en de nakomeling zal beiden aanvaarden als getuigenissen van hetgeen wij, van dezen tijd, lief gehad en bewonderd hebben. Aan Hildebrand en aan Multatuli zal door den naneef eene eereplaats worden toegekend onder de prozaïsten onzer dagen... Komt en zegt iemand: De geschiedenis van het Diakenhuismannetje (Camera Obscura) is in onze literatuur de bloem der sentimentaliteit, het antwoord zal luiden: Toch niet, maar de geschiedenis van Saïdja en Adinda (in Max Havelaar). En zoo zal het voortgaan, van punt tot punt.

De Camera Obscura verliest het van den Max Havelaar, wat ruimte van horizont betreft. Niemand zal ooit van de Camera Obscura zeggen, dat zij, gelijk Max Havelaar, een koninklijk boek verdient te heeten. Zij is een huiselijk boek, een fijn, een geestig, een pleizierig boek, en ook wel verheven, doch niet verhevener dan de nok van een gereformeerd bedehuis. Bij het verhaal van Saïdja's karbouwen daarentegen, bij de toespraak tot de Hoofden van Lebak, gaat gij regelregt de lucht in, en gevoelt niets anders boven uw hoofd als het eeuwig azuur van Insulinde's hemel.

Cd. Busken Huët.