Multatuli.online

25 november 1870

Brief van J. van Gennep aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier met monogram JvG, waarvan drie bladzijden beschreven. (M.M.)

Op blz. 4 een aantekening van Multatuli; zie 28 november.

Rott. 25 Nov 1870

Zeer geachte Heer Dekker!

Door allerlei drukten en herhaalde afwezigheid heb ik nog verzuimd Uw schrijven van de 14 jl te beantwoorden en het stuk van van Helden hierbij ingesloten, terug te zenden. Met genoegen zag ik dat het U voorloopig niet aan middelen ontbrak en dat ge U sterk voeldet. ook voor den vervolge Uwen eigen weg door het doornig levenspad heen te slaan. Intusschen kan de zamenstelling van een fonds geen kwaad, als een hulpmiddel in mogelijke buitengewone omstandigheden en een zekerder waarborg voor een onbezorgder bestaan Uwer vrouwe en eene goede opvoeding Uwer kinderen. Het schitterendst talent kan die waarborgen niet steeds geven wanneer de omstandigheden ongunstig zijn en voor den Nederlander bestaat reeds altijd zoodanige ongunstige omstandigheid, in het betrekkelijk geringe debiet en daarmede in verband staande honoraria. Doch ik spreek reeds over het fonds of het reeds bestond. Wat elders de resultaten zijn is mij nog niet bekend, doch voor Rotterdam denk ik het niet verder te brengen dan een 5 à 600 gulden. Misschien echter dat het nog meevalt. Over de kwestie met de erven ontving ik juist heden morgen een schrijven van den Heer Wertheim. Naar hij meldt hebben de erven verzocht zich in aanraking te stellen met het comité voor de aanwending dier gelden, die zij niet voor zich willen behouden. Mij dunkt, dat de toevoeging aan het fonds voor U en hen de meest kiesche wijze van afdoening ware. Over de Millioenen Studien staan de feiten niet vast genoeg om als grondslag voor een advies te dienen. Voorloopig zou ik meenen, dat, indien het feuilleton vóór de plaatsing van het geheel is opgezegd de beschikking over het werk per se aan U terugvalt. Omtrent mijn vertrek ben ik nog in het onzekere. Zeker valt het niet later dan half December doch ik denk nog over 2 December. Via Brindisi. Mogt het daartoe komen, wat waarschijnlijk morgen beslist zal worden, dan zal dit wel mijn laatste schrijven zijn. Afscheidsbezoeken hier en buitenaf enz. enz. zullen dan wel met de droefheid der scheiding zamenwerken om mijn hoofd suf en mijn tijd zoek te maken.

Voor dat geval dus mijne beste wenschen en de hartelijke groeten

van

Uwdwd.

J van Gennep.