Multatuli.online

14 juni 1870

Aantekeningen in het Memoriaal, blz. 1 en 2. (M.M.)

In later handschrift is achter deze genummerde notities inzake de aan Van Helden gezonden kopij genoteerd op welke Ideën ze betrekking hebben, nl. 617, 618, 621, 623, 624, 625, 628 en 630. Zie V.W. IV, blz. 368-380.

Verzonden blaadjes.

14 Juni

17. Slechter gezongen had. Letterlyk kan ik Ieder kan dus berekenen dat er fysische en
18. braaf man, z'n bravigheid medebrengende
19. verboheemd misschien in atelier (noot soldát)
20. Volbrengen. Juister tot het volgen zyner
21. Correct wedergeven van wat men zag of hoorde
22. Ontdaan van de nietszeggende, belemmerende
23. Eens bij de opvoering van m'n B.d.b. (noot Safir)
24. drie tot zeven jaar gevaccineerd

Het onderstaande, deels op de geschonden blz. 1, deels op blz. 2, moet, voorzover ongedateerd, geschreven zijn tussen 12 en 18 juni 1870. De anekdote over gravin Von Giegh, deels in gotische letters, is door Multatuli vermeld in Specialiteiten (Delft 1871) blz. 113-114 n. Zie V.W. V, blz. 640.


v. Helden 4 Juni aangeteekend (...)
begin kopy Voordragten
12 Juni kopy idm (...)
14 Juni kopy idm (...)
6 Juni Correctie blad 2.
aan vHelden-


10 Juni assignatie op Noorden f40.
12 Juni &
accusatie der voorgeschoten f40 over niet honoreren
door
13 Juni
Noorden
12 Juni verzocht geld aan Mimi te zenden.-

Publiek maakt den Kunstenaar Echo-

meer gevoel voor fictie d.v. werkelykheid-

Artisten - epiciers vice versa-

verschönern yzeren brug
waarheid in kunst voorhamer
schoenen Apelles

Max Wirth, nouvelle edition du troisième volume des Principes d'economie politique des Banques


chez Dumont-Schauberg Cologne-

Quérard, Superchéries littéraires dévoilées. chez Daffis Paris-

Klagt over Plagiaat Indépendance 29 Mei 1870-

frasen in polemiek die de tegenparty ook gebruiken kan-

elle est son auditoire enfin, et il y a tant de musiciens qui n'en ont pas - noodzakelyke onwaarheid in drama. Ook schildery moet conventioneel gezien worden.-

die Tochter des Ministers von Stein (des Rechtes Grundstein, der Bösen (?) Eckstein und der Deutsche Edelstein, die edle (...) fin von Giech (+ 55) hat (...) deutschen Sinnes wegen auf (...) befehl, die Strassen in (...) gekehrt.