Multatuli.online

Waarschijnlijk midden januari 1870

Brief van J. de Vletter aan Multatuli. Twee ongelijke velletjes papier, geheel beschreven. (M.M.)

Het postscriptum staat op het eerste vel bovenaan blz. 1.

Hooggeachte Heer & Vriend.

Ben zoo vrij van een ekstra gelegenheid gebruik te maken U dezen geheim toe te zenden. In haast maak 'k er gebruik van. 't Doet me genoegen dat er den 8 in het Handelsbl weêr een ferm stuk gestaan heeft, want ik vrees dat als men niet tot een algemeene petitie komt, ze mij lang in den broei zullen houden. Mijns inziens moet zeer politiek worden bekend gemaakt, dat 't Hof gedwaald heeft (dat kan de beste gebeuren). Ik heb meermalen a/m vrouw op schrift gegeven wáár in 't vonnis mis is maar vooral moet ik er op attenteeren dat men getuige Moulijn bedreigd heeft met gevangenisstraf omdat hij verdacht gehouden werd niet naar waarheid te getuigen zelfs in een nietige aangelegenheid n.l. of er vóór de deur v/h policieburo Oranjestraat veel of weinig volk stond, en geheel tegen de regelen van wet en regt in wordt er geen woord van gekikt dat Manders en de Bie door den komm: Ludolph en zijn bediende ook een agent van 2 kardinale leugens overtuigd, 1e dat ik Ludolph bij de borst zou gegrepen hebben en 2e dat ik uit 't buro ben ontvlugt door 't open schoppen v/buitensten deur. Ludolph en zijn bed. hebben 't eerste ontkend en 't 2e heeft L en zijn bed: gezegd, dat hij Ms zelf last had gegeven mij te laten vertrekken.

Vervolgens heeft de Hr Voorhoeve Ms ook tot leugenaar gemaakt en toch worden zij nog geloofd. Verder heeft MEN schromelijk de getuigenissen bij een geflanst. Er is maar één geweest d.i. Dunlop die gezegd heeft van ferm strijden enz. zie vonnis; daarom hebben zich ook, zoo 'k vernomen heb slechts enkele tot den Hoogen R gewend om kenbaar te maken dat zij dat niet getuigd hadden, Zie dit weet 't publiek nog niet. - Ik laat 't aan belangstell over al of niet de strom te roeren. - Ik heb mijn vrouw verzocht u een afschrift te geven van de instruktie van den burgemeester, van Cardinaal en van Sterkenburg onderhavenmeester, als ook dat zij dit publiek aan mij ook zende opdat zoodoende de Kommandant en de Commissie dit onder de oogen krijge - Gelief mijn vrouw te doen weten dat zij al de stukken nog maar ter Griffie late in den Haag en dat de Hr Bergsma toch de instruktiën goed bewaart. Als men te Rott weer wilde adresseeren en ook elders, moest men in 't Fransche koffijh. ook een stuk leggen met belofte aan de knechts van tot f2,50 voor elke 100 handteeken zoo ook in 't Zuid Hollandsch en te Amst enz. want als t de flauwe Nederlanders niet onder den neus gehouden wordt dan - Daar onver-wachts de okkazie tot corresp: afgebroken is, kan ik niets in 't geheim ontv. Dit svp mondeling of anders per adres buitenste couvert G.B. 't Hooft Goudsche str te Rott binnenste enveloppe aan mijn vrouw spoedig. Zoo zij t nog niet gedaan heeft, zende zij s.v.p. de haar bekende brochures aan H.J. v Riet onder direkteur v/d arbeid in 't gevangeh enz en aan... Grosjean katekiseermeester in de gevang enz. Heeft ze t gedaan dan verwacht ik ten teeken voor de eerste achter de W van haar naam in haar eerste open brief twee tittels zoo: W: en voor de 2e achter de J: Ten teeken dat zij de brieven van 24 Dec en 6 Jan: heeft ontv voor de eerste schrap onder de Vletter voor de 2e schrap onder Kleyweg. Zeg toch dat de kinderen ook telkens op papier met mij moeten praten en dat zij U en anderen ook tot schrijven aansporen. - Het voorstel aang mijn kinderen tot handel kan publiek met mij behandeld worden zonder te noemen wat, maar als een voorstel in den Haag zamen besproken. Dat 't u en de uwen wel ga!! Ik blijf steeds moedig. Als ik aan moedeloosh toegaf, zou ik dol worden. - Als t zóó na is, dat ik om mijn kleederen schrijf moeten ze niet gezonden worden ten zij ik een schrap onder mijn naam heb gegeven of telegrafeer met t woord dadelijk.

Al wat ik 's Hage heb achtergelaten, is met mijn cachet verzegeld. Dit cachet zit in de tas waarvan 't slot opengaat op 't woord c.a.p.o. Zeker op last v/d proc. generaal, wil men mijn goed niet afgeven omdat hij denkt dat er door mij geschreven geheimen in zijn, en die zijn al lang waar ik ze hebben wilde.

Al uw werken zijn er ook in behalve Idéen en Overdrukken die ik meegenomen had en nu reeds thuis zijn. Stel voor dat men alles nazie in tegenw van mijn vrouw en dat men den rol papier, die met gom is ingeplakt en waarin ik 3 punten van stalen pennen heb gedaan om later te kunnen ontdekken of men gesnuffeld heeft, aldaar te houden tegen hiervoor af te geven bewijs, dan hebben ze nog O.

Ik moet toch nog kort toelichten hoe men zoo algemeen op mij gecharmeerd scheen 1e als voorstander v/h baden, de algemeene bekendh sedert jaren door den bijnaam v/d zwemmer. wonderen vertelde men er van, ook 't redden v/ drenkelingen werd vergroot. eindelijk de advertentie en 't overal zwemmen. 2e den naam afschaffer. niemand durfde de zaak zoo aan als ik. Elke gelegenheid nam ik te baat. U vindt een paar belangrijke scènes in mijne verdediging. 3e dat ik overal (zoowel voor balie als in koffijhuis zangvereeniging en op straat alleen 't regt voorstond bij vriend of vijand de wet steeds eerbiedigende al was ze slecht, zie brochure - Er zou dunkt me door stukken uit 't Weekblad éclat kunnen gemaakt worden als ook uit de brochure die ik alléén tegen de kwazie-liberalen niet tegen de aanzienlijken, streed met de wapenen des geestes zie brochure voorin en achteraan, dat ik de dwaze geldverkwisting v/d gemeenteraad bespotte bv. baden het afgebroken pand hoek nauwe Kerkstraat en Hoogstraat tegenover de Groote Markt dat tot een blijvend gedenkteeken al p.m. 10 jaar onbebouwd blijft, al veel duizende gekost heeft en nog meer kosten kan. Ook 't Maaswaterprojekt dat p.m. 2 gekost heeft. Zoo een en ander in 't Handelsblad zal de Amsterdammers bevallen en kostl animeeren maar er moet bij uitkomen, dat ik als Rotterdammer regt had om zulke dwaasheden aan te tonen, een proces dat ik tegen de gemeente gewonnen heb. - Dat ik niet alles afkeurde adres Museum Boijmans, 't versje vóór regenmantels voor de politie nog meer stukken er voor - Waarom de N.R.C. en 't Zondagsblad door f1000 gesouteneerd niet concurrentie maar alleen bij préferentie - tegen mij was, zie 't Weekblad. - Dat mijn vrouw den heer G.D. Verburgh doe weten dat Ds. Réville mij geschreven heeft en bekend maakt gehoord te hebben rondom zich dat men later als ik goed oppas, zijn best zal doen van den tijd te zien verkorten. Mijns inziens moet men hiermede nu nog niet spotten. Of de jongeheer Sichterman, boekhouder van Hoboken, zeer bevriend met Haastert en Fips van die zijde niet zouden kunnen mêewerken. - Eindelijk dat ik niet durf gelooven, dat gij mij onbescheiden zult noemen door bij zoo korte kennismaking zooveel te durven opdragen. Salut!!

Ik hoop dat ze mijn Willem meer met zachtzinnigheid weten te leiden, want 't is een jongen met een zeer gevoelig hart en die nu nog ligt ternedergeslagen wordt. Gij herinnert u hieromtrent onze laatste bijeenkomst. Mijn zwager is goed maar stijf en heeft geen kind noch kraai.

Met een paar woorden is hij op te beuren of te treffen.