Lijst van brieven op datum
27 december 1869
van
Jacob de Vletter (bio)
aan
Joh. Just. Bergsma
Volledige Werken. Deel 13. Brieven en dokumenten uit de jaren 1868-1869 (1980)
Bijlage
Brief van J. de Vletter aan mr. J.J. Bergsma, d.d. 27 december 1869. Afschrift van onbekende hand, door mevrouw De Vletter aan Multatuli gezonden bij brief van 30 december. Dubbel velletje postpapier, tot het midden van blz. 4 beschreven. (M.M.)
WelEdelen Heer J J Bersma
WelEdelen Heer!
Atvocaat te S'Hage.
Ingevolge UE verlangen, geef ik bij deze mijn bevinding alhier aan UE te kennen: - Ik zit sedert mijn komst geheel alleen, heb door onderrigt, reeds goed den slag van t spinnen weg, naar men zegt - maar de ‘on-dits’ misleiden wel eens, en er is meermalen partijdig naar geoordeeld - Vooral s'avonds lees ik en ga ten 9 ure, soms uit verveling vroeger ter rusten. Als altijd zijn mijn nachten een balsem voor de gruwelijke wonde die men mij geslagen heeft, Als ik droom ben ik en famille, vermaak mij met mijn kinderen enz, enz. Noch niet een keer is mijn rust door die ellendige historie gestoord. Ik heb een brief van Ds. A: Réville uit Rotterdam ontvangen waarvan de hoofdinhoud is: Dat Z: E: meldt vernomen te hebben dat (invloedrijke)? H.H. zich vereenigen zullen den duur (lengte) van mijn vonnis te doen trachten te verminderen ingeval ik mij goed enz, gedraag. Dit ziet natuurlijk op mijn oppositie toen ik te Rotterdam preventif was en men zich aanmatigde, het geen hier zelfs niet geschiedt. Mr. de Cipier scheen vermaak te hebben om allen, veroordeeld of niet tegelijk soldaatje te laten spelen, in plaats van wandelen UE begrijpt hoezeer dit de meeste griefde te meer daar de bewaarder ook een gewezen onderoff: bij misstappen de noodige? knoopen voegden en zie bij de eerste maal dat ik meezal doen gooi ik die liefhebberij in duigen door te zeggen dat men geen recht had, mij (ongevraagd) kunstjes te laten leeren. Terstond werd de exsercitie gestaakt en had ten gevolge dat de tronies der Gevangenen weer afstaken bij die van den cipier van den bewaarder instrukteur men heeft het mij ingepeperd Al mijn misdaden hebben de zelfde argumenten tot fondament?! - Ik hoop en vertrouw dat UE volgens belofte niet zult stilzitten, maar elke gepaste gelegenheid zult aangrijpen om mij uit deze ellende te bevrijden. Gistren heb ik een belangstellend bezoek gehad van Ds Hamel pred: der Waalsche gemeente alhier die door ziekte van zijn echtgenoot meer te Leyden vertoeft. Bij 't heengaan betuigde ZE dat ik hem zeer tegenviel, daar hij mij in een zeer neêrslachtige stemming verwacht had ZE stemde toe dat mijn gevoel zoo te beheerschen zeer goed was enz; En UE weet toch dat ik zeer fijngevoelig ben, maar zoo ik hieraan toegaf dan zou ik het verstandiger oordeelen om aan zulk een leven een einde te maken. Neen ik misgun mijn vijanden ten minste deze zegepraal dat ik van verdriet zou wegkwijnen.
Nu WelEdelen Heer, zelfs vele algemene geachte inwoners der rezidentie hebben reeds getoond hoe zij over mijn vonnis denken. Ik vertrouw dus dat UE wel aanhangers vinden zult; als Gij U wederzijds de billijke en ordelijke medewerking van alle rechtschapene inroept
UEdwd
Jb de Vletter
Leeuwarden 27 Dec. 1869.