Lijst van brieven op datum
12 december 1869
van
Jacob van Lennep (bio)
aan
Multatuli
Volledige Werken. Deel 13. Brieven en dokumenten uit de jaren 1868-1869 (1980)
12 december 1869
Brief van W. van Lennep aan Multatuli. Eigenhandig concept. (Van Lenneparchief, Gemeente-archief Amsterdam; fotokopie M.M.)
Het concept heeft talrijke doorhalingen en wijzigingen; de onderstaande tekst is zoveel mogelijk overeenkomstig het eindstadium. Het slot van de laatste zin, van iets wat af, is in het concept door gestreept.
Amsterdam 12 Decr. 1869.
WelEdelgestrenge Heer.
Ik heb de eer UEdG. de behoorlijke ontvangst te melden Uwer letteren d.d. 7 Dec. l.l. aan mijne moeder gericht, waarbij gij haar verzoekt UEDG. de voor UEdG. rekening van den Boekhandelaar de Ruyter in 1868 en 1869 over de jaren 67 & 68 ontvangen gelden wel te willen doen geworden, terwijl UEDG daarbij tevens overlegt copij van drie briefjes, die ten geleide strekten der jaarlijksche remises. Het is mij bekend dat mijn vader UEDG. elk jaar het saldo dat hij ontving geheel toezond, doch wat mij niet gebleken is, en wat mij ook niet uit UEDG. letteren blijkt, is, of mijn vader UEDG. het provenu onverpligt uitkeerde, dan wel volgens een tusschen U beiden bestaand akkoord.
Ik neem daarom de vrijheid, UEDG. te verzoeken mij eenige nadere inlichtingen dienaangaande te geven, iets wat UEDG mij niet ten kwade kunt duiden, als ik UEDG zeg, dat ik tegenover de andere erfgenamen verantwoord wensch te zijn.
Met de meeste hoogachting heb ik de eer te zijn
UEDGest. Dienstw. Dienr.