Multatuli.online

12 juli 1869

Brief van Multatuli aan J. Brouwers. Dubbel velletje postpapier, waarvan twee bladzijden beschreven. (K.B. Brussel; fotokopie M.M.)

Den Heere J. Brouwers

Secretaris &c Leuven.

s'Hage 12 Juli 1869

Waarde Heer!

Ter beantwoording Uwer geachte letteren van 9 dezer heb ik de eer U medetedeelen dat ik ten gevolge van velerlei omstandigheden my niet durf te verbinden tot het houden eener voordragt op het aanstaande Congres.

Een der redenen van dezen schroom is gelegen in de onzekerheid of myne middelen my zullen veroorloven my tegen den 5 September naar Leuven te begeven, en daar eenige dagen te vertoeven.

Myn verdriet over de noodzakelykheid van dit Antwoord op de zoo vereerende en heussche uitnoodiging der Zuid-Nederlandsche Regelingscommissie wordt verzacht door de herinnering aan het Congres te s'Hage, waar het aantal leden en sprekers zoo aanzienlyk was, dat de Noord-Nederlandsche Regelingscommissie eerst op den dag vóór den aanvang der byeenkomsten tyd vond my tot toetreding uit te noodigen, en dat de Voorzitter my - ‘op grond van het overgroot aantal ingeschreven Sprekers’ - het woord weigerde toen ik daarom verzocht.

Het spreekt van zelf dat die ervaring my des te dankbaarder stemt voor de welwillendheid Uwer Commissie, en niets zoude my dan ook aangenamer wezen dan aan Uwe uitnoodiging te voldoen, indien ik slechts verzekerd ware in de mogelykheid te zyn myn woord te houden.

Na zeer beleefde en vriendschappelyke groeten blyf ik met de meeste hoogachting

UWEDDienstwillende Dienaer

Douwes Dekker

Multatuli