Lijst van brieven op datum
25 augustus 1868
van
Tine Douwes Dekker-van Wijnbergen (bio)
aan
E.J. Potgieter (bio)
Volledige Werken. Deel 13. Brieven en dokumenten uit de jaren 1868-1869 (1980)
25 augustus 1868
Brief van Tine aan E.J. Potgieter. Dubbel en enkel velletje postpapier, waarvan vijf bladzijden beschreven. (U.B. Amsterdam; fotokopie M.M.)
Milaan den 25st Augustus 68
Waarde Heer Potgieter,
Uw vriendelijk schrijven en de toezending der 100 fr. waren mij regt aangenaam. Ik ontving uw brief op een oogenblik dat ik ongesteld was, een steek in de zijde maakte dat ik eenige dagen me zeer stil moest houden, ik was juist zoo bitter mélancoliek gestemd, want deze maanden tot 5 November (St: Carlo) worden hier ‘il tempo morto genoemd en met regt, ieder is naar buiten en al de lessen staan stil.
U kunt dus begrijpen hoe verrast en dankbaar ik me gevoelde bij 't lezen dat U nog eenigen tijd voort kon gaan met de uitkeering der 100 fr s' maands die tijding werkte als een électrique schok op mijne beterschap, van dat oogenblik werd de ademhaling ruimer en nu mag ik mij verheugen geheel hersteld te zijn. ik moet mij altijd nog in acht nemen en dat is op den duur vervelend en dikwijls onuitvoerbaar. Ik heb gegronde hoop van den winter veel lessen te zullen krijgen, er zijn menschen van invloed die zich voor mij zullen interesseren bij al 't verdriet en zorgen heb ik die satisfactie dat onze kinderen gezond zijn en goed leeren en dat ik de achting en onderscheiding ondervind van menschen die mij genegen zijn.
Eduard heeft zijne exames goed gepasseerd, in de vacantie leert hij t' latijn om in November t' examen te kunnen doen, en van den winter zal hij lessen krijgen in de chimie, ook zal de directeur van t' Museum hem voort helpen in de natuurkunde, dit jaar moet hij nog leeren en zal t' moeijelijk zijn hij iets kan verdienen ik wilde gaarne hij zich eerst bekwaam maakte want de jaren om werkelijk te leeren moet men niet voorbij laten gaan. toch zal er gezien worden wat er gedaan kan worden. zijne vocatie is natuurkunde. Van den winter ging hij uit eige beweging de lessen in t' hospitaal waarnemen, men roemde zijne handigheid in t' ontleden. ik heb geen zorg voor hem t' is een kind die zeer goed gezond verstand heeft en t' geluk heeft een goede inborst te hebben.
Nonnie maakt groote vorderingen op de viool zij leert om artiste te worden, haar professeur is zeer over haar te vreden, zij is een lief intelligent kind. Ik begrijp dat Dekker zijn hart bloedt bij t' idée van het groot worden der kinderen hij die zich zoo veel had voorgesteld hun leeren te regelen en nu gescheiden van alles te zijn. t' lot is hem wel hard. Ik kan mij dikwijls niet begrijpen hoe t' mogelijk is men iemand van zoo veel talenten laat armoede lijden, er is toch zoo'n overvloed niet van knappe menschen. Toch blijf ik bij mijne overtuiging hij eens slagen zal, eens zal hij wel begrepen worden.
Waarde heer Potgieter Ontvang mijnen hartelijken dank voor alles wat U voor ons doet en geloof mij dat ik Uwe edele pogingen op hoogen prijs stel.
Ik heb een groot verzoek aan U te doen, vergeef mij als ik U lastig val, Eduard heeft volstrekt noodig 2 attestaties van zijne geboorte één voor de lessen der chimie en één voor de latijnsche school Zou ik U daarom mogen verzoeken. U zoudt me een zeer groote dienst doen. Eduard is geboren 1 Januarij 1854 te Amsterdam. ik geloof men zoo een acte van geboorte altijd krijgen kan, vergeef mij nogmaals dat ik zoo vrij ben U dit te verzoeken.
Na minzame groeten noem ik mij met de meeste achting en dankbaarheid
Waarde Heer Potgieter
UEd: dienste Dienaresse
E H Douwes Dekker