Multatuli.online

Lijst van brieven op datum

1 juni 1868

van

R.J.A. Kallenberg van den Bosch (bio)

aan

E.J. Potgieter (bio)

 

Volledige Werken. Deel 13. Brieven en dokumenten uit de jaren 1868-1869 (1980)

terug naar lijst

1 juni 1868.

Brief van R.J.A. Kallenberg van den Bosch aan E.J. Potgieter.

Dubbel velletje postpapier, waarvan drie zijden geheel beschreven. (U.B. Amsterdam; fotokopie M.M.)

à même: eig. à même de (fr.), in staat tot.

Laanzigt. 1 Junij 1868.-

WelEdelgestrenge Heer!

Ik dank u zeer voor de toezending van den brief van Mevrouw D.D: waardoor ik op de hoogte word gesteld hoe het met haar gaat, en verheug mij dat bij al de bezwaren, die haar steeds meer en meer blijven drukken, ten minste, indien zij zich geene illusies maakt, hare gezondheid eerder voor dan achteruitgaat. - Mogt zij komen te vallen, wat zou er worden van hare ongelukkige kinderen! zij moge nog vertrouwen hebben in de geestkracht, in het genie, in de wil van D: D: in mij is het uitgestorven. - Waarvan en hoe leeft hij? toch niet op hetgeen zijne berigten ‘aan den Rhijn’ hem opbrengen, en van verder en meer lucratief werk verneemt niemand iets. - Trouwens ben ik veelligt niet geheel onbevooroordeeld meer; ik heb zijne plans reeds zoo menigmaal schipbreuk zien lijden, zijne beloften zien falen, dat ik wanhoop aan dat zich releveren van Multatuli, en niets van hem hoorende, verbeeld ik mij, misschien ten onregte, dat hij geheel onwerkzaam blijft. - Van U verneem ik nu dat hij zich geaboucheerd heeft, met het overleden Ministerie, maar zonder uitslag, en natuurlijk mogt den Hr. Duymaer van Twist op het kussen komen, is alle kans voor hem vervlogen. - Ik zal mij echter opregt verheugen, terwille van zijn genie, en vooral ter wille van zijne arme vrouw en kinderen, indien mijn wantrouwen door de toekomst beschaamd wordt.-

Intusschen moet voor haar gezorgd worden, en hoewel ik begrijp dat mijne geringe hulp daartoe ook noodig zal zijn, zie ik, dat UEg. gelukkig nog gedurende deze maand nog kunt voortgaan met haar de gewone ondersteuning te geven. - Ik zeg dit daarom, omdat ik op dit oogenblik niet zou kunnen helpen; zooals ik U reeds dezen winter schreef, ben ik in jaren niet zoo argent court geweest als nu, en het dividend der Ned: Bank, heeft die toestand verleden maand niet verbeterd. - Ik zeg UEg. dit franchement, als aan een vriend, niet om mij te onttrekken, maar alleen om U de reden optegeven, waarom ik niet dadelijk iets toezend om het kleine fonds te stijven. - Ik ben hier geheel alleen, en heb niemand aan wien ik mij zou kunnen wenden, zoodat de bijdrage gering moet zijn, als alleen van mijzelven komende. - Wat ik geven kan, geef ik echter de bon coeur voor dit doel, en ongeveer half Julij kunt UEg. op mij rekenen voor f 50 of f 60, die ik de eer zal hebben U alsdan toetezenden. - Ik hoop, dat de brief van Mev: D: D: bij Prof. van Vloten en de Hr. Hubrecht, een beter resultaat zal gehad hebben, en betreur het dat ik niet à même ben, van meer te doen.-

Met terugzending van dien brief, en mij vooral aanbevelende in UEg. vriendschap, heb ik de Eer mij met de meeste hoogachting te noemen

UEg: Dienstw. Dienaar

R.J.A. Kallenberg van den Bosch