Multatuli.online

11 januari 1868

Besluit van koning Willem III waarbij aan Multatuli gratie wordt verleend. Formulier met gedrukt hoofd, de rest geschreven. (Algemeen Rijksarchief 's-Gravenhage; fotokopie M.M.)

In het Rijksarchief berust ook het nagenoeg gelijkluidende concept van dit besluit. (Fotokopie M.M.)

Dit besluit is in strijd met het afwijzende advies van de rechtbank. Voor de motivering dienaangaande zie het Rapport van de Minister van Justitie d.d. 10 januari 1868.

11 Jany 1868.

No 49

WIJ WILLEM III, bij de gratie

Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg, enz., enz., enz.

Beschikkende op een aan Ons ingediend verzoekschrift, om gratie; Gezien het advies der Arrondissements Regtbank te Amsterdam, mitsgaders het rapport van Onzen Minister van Justitie van den 10 dezer, 3e Afd: No 200;

Hebben goedgevonden en verstaan

kwijtteschelden de straffen, waartoe Eduard Douwes Dekker, tijdelijk verblijf houdende te Keulen, bij vonnis der Arrondissements Regtbank te Amsterdam, van den 17 Januarij 1866, ter zake van mishandeling, o.a. is veroordeeld, blijvende het vonnis, wat de kosten betreft, in zijn geheel.

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering dezes.

's-Gravenhage, den 11 Januarij 1868

De Minister van Justitie

Wintgens

Willem.