Lijst van brieven op datum
8 november 1867
van
R.C. d' Ablaing van Giessenburg (bio)
aan
T. de Mol van Otterloo
Volledige Werken. Deel 12. Brieven en dokumenten uit de jaren 1867-1868 (1979)
8 november 1867
Brief van R.C. d'Ablaing van Giessenburg aan T. de Mol van Otterloo. (Kopieboek 3, blz. 102-103. M.M.)
Waarde Heer.
Vergeef mij dat ik u nogmaals lastig val, doch ik moet in een urgente zaak een besluit nemen waartoe mij uw antwoord onontbeerlijk is. Ik heb om eenigermate uit mijn oogenblikkelijke moeijelijkheden te geraken, het kopijregt en de voorhanden voorraad der werken van Multatuli gestoken in de fondsveiling onder boekhandelaren die dezer dagen, - ieder oogenblik te wachten, - zal gehouden worden. Ik zou ongaarne dit uitmuntende fondsartikel voor een spotprijs in andere handen zien overgaan, en stellig zal een reëlle waarde van f10.000. hoogstens opbrengen f4000, -. omdat de persoonlijke reputatie van den schrijver de koopers niet uitlokt en het opruimen in veiling schijnbaar niet pleit voor de waarde van het artikel, dat daarenboven in andere handen als de mijne stellig reeds door den overgang alleen in debiet zou achteruitgaan.
Daarom ben ik zoo vrij, nu het nog tijd is den verkoop tegen te gaan of minstens een prijs te limiteren en met het oog op uwe vriendelijke aanbieding als Commanditair associé of geldschieter tot de zoo noodige en voordeelige uitbreiding van mijn zaak op te nemen, u beleefdelijk te verzoeken mij te doen weten of ik op de vervulling dezer belofte nog tijdig genoeg zou kunnen staatmaken om deze enorme opoffering onnoodig te maken, en het beste mijner uitgaven voor mijn zaak te bewaren.
Het hangt hier van af van een onmiddelijke dicisie van mij, dus ik wil hopen dat mijn onbescheidenheid op grond daarvan mij door u zal ten goede gehouden worden.
Ik heb de Eer u de verzekering mijner hoogachting aan te bieden.