Multatuli.online

Lijst van brieven op datum

22 juni 1867

van

Max Rooses (bio)

aan

Multatuli

 

Volledige Werken. Deel 12. Brieven en dokumenten uit de jaren 1867-1868 (1979)

terug naar lijst

22 juni 1867

Brief van M. Rooses aan Multatuli. Eigenhandig ontwerp in het minutenboek van Rooses. (A.M.V.C. Antwerpen; fotokopie M.M.)

In het minutenboek is deze brief, tezamen met enkele andere, ongedateerd opgenomen tussen een van 17 juni en een van 21 juni. De juiste datum, althans van de geposte brief, volgt uit Multatuli's antwoord van 5 juli 1867.

Den heere Douwes Dekker.

Hooggeachte Heer.

In antwoord op uwen brief van ll. heb ik de eer U met dezen eenen uitnoodigingsbrief te zenden waar bij in breede trekken de vraagpunten aangeduid zijn welke de Ned. Congres voor doel hebben te bespreken.

Het was ons uiterst aangenaam te vernemen Dat Gij in gegeven omstandigheden geneigd zoudt zijn uwe medewerking tot deze bijeenkomst te verleenen. Wees er van overtuigd dat allen die U kennen, er zeer sterk aan houden U in hun midden te ontvangen. Het getal uwer geestesvrienden is reeds zeer aanzienlijk, en grooter nog zou het worden indien door uwe tegenwoordigheid hier de aandacht op uw werken en streven geroepen werd. Uwe boeken zijn te weinig verspreid, ofschoon diegene welke u lezen uw naam in hart en mond hebben. Niets ware meer geschikt om den kring uwer lezers dat is uwer vrienden uit te breiden dan zelfs hier op te treden. In antwerpen was dit reeds het geval in Gent zou zulks evenmin achterblijven. De aandacht eens op u getrokken zou er zich zoo licht niet meer afwenden.

In ons midden is daarbij nog de wensch uitgedrukt U hier vóór het Congres eens als afzonderlijke spreker te zien optreden. Velen onzer waarbij de ondergeteekende begaven zich reeds van hier naar Antwerpen om u te hooren en brachten van hunne reis den wensch mede U ook in hun midden zien op te treden. Zoudt gij niet ongenegen zijn die verlangen te bevredigen - Gij kunt bij ons op warmer sympathie dan misschien wel in uw vaderland rekenen. Minder pruikerigheid naar lijf en geest zult gij reeds in België waargenomen hebben, vrijere uiting van gedachte wordt hier beter geduld en geschat dan wel ginds. Zoo gij hieraan eenig belang hecht, zoo gij de warme sympathie, de onverdeelde belangstelling in uw denken en zeggen ook met eenige weerliefde beloonen wilt, hoop ik dat Gij ons aanbod niet verwerpen zult. Schrijf ons wanneer Gij u in ons midden begeven wilt, een paar dagen vóór het Congres ware misschien de best geschikte tijd, schrijf ons of Gij verkiest zelf uwe voorwaarden te stellen of wel dit punt aan ons goeddunken overlaat. Het vaststellen van een minimum zou ons altijd hoogst aangenaam zijn. Laat ons, als het u gevalt daarbij nu of later weten waarover gij spreken wilt, en geef tezelfdertijd het onderwerp op dat Gij voornemens zijn zoudt in het Congres te behandelen. Zoo het van uwe goedheid geen inbreuk maken ware zou ik u ook wel bij deze gelegenheid verzoeken mij een of twee uwer portretten te laten geworden. Eene ijdele nieuwsgierigheid doet mij dit verzoeken het zou mij en eenen mijner vrienden eveneens eenen uwer trouwe vereerders een vereerend aandenken zijn van den man wiens geest voortdurend in ons midden leeft.