Multatuli.online

Lijst van brieven op datum

9 januari 1867

van

Multatuli

aan

Tine Douwes Dekker-van Wijnbergen (bio)

 

deze brief in handschrift

download handschrift

Volledige Werken. Deel 12. Brieven en dokumenten uit de jaren 1867-1868 (1979)

terug naar lijst

9 januari 1867

Brief van Multatuli aan Tine. Dubbel velletje postpapier, tot en met blz. 3 beschreven en als vouwbrief verzonden. (M.M.) Op blz. 4 het adres: Madame Douwes Dekker baronne de Wynbergen

Collegio femminile Le Comte Vigo

via di Rugabella 5

Milan. Italie.

De brieven van Tine van 28 december 1866 en 6 januari 1867, in het onderstaande vermeld, zijn niet teruggevonden.

Op 1 januari was Edu dertien jaar geworden.

Coblenz, Woensdag avend 9 Jany

lieve beste tineke, Eindelyk wat goeds. Voor acht dagen klaagde ik dat men zoo'n vreesselyk leven maakte boven ons hoofd, en ik kreeg ten antwoord dat dat niet anders kon, en dat wy als 't ons niet aanstond dan maar liever moesten verhuizen. Dat zou dus den 15n zyn, maar wy waren achteruit in de betaling en goede raad was duur hoe wy tegen dien dag aan 't noodige geld komen zouden. De berigtjes die ik den Haarl: geef, leveren maar f 25 smaands op.

Zoolang ik nu aan 't zwerven was, stond my 't hoofd niet naar werken. En er kwam nog iets by. Ik had maar eventjes f600 schuld aan van Helden. Ik schrikte als ik daaraan dacht, en de onmogelykheid om dat in eens aantezuiveren maakte my vaak moedeloos. Bovendien was meestal de nood zoo dringend dat de tyd niet toeliet om iets aftemaken.

Bij die opzegging van onze kamer zat me jou toestand in den weg. Al zeg je nu in je laatsten brief van 28 December dat je weer beter bent (van dat bloedspuwen) ik was er erg bekommerd over, en bovendien over je heele existentie daar. Myn hoofd idee was dat je verlost moest worden van zoo'n slaverny, en ook dat de kinderen eindelyk eens huisselykheid moesten hebben.

Op eens besloot ik den schrik voor die schuld aan v. Helden te overwinnen en aan 't werk te gaan. Ik vroeg hem my, boven 't genotene, f10 pr vel te zenden, en dan zoo de zaak aftedoen. Maar en attendant begon ik al. Ik schreef een stuk (t is al byna af) van zes vel.


Een en ander
naar aanleiding
van
(profess. & Minister) Bosscha's
Pruisen en Nederland

Op 't oogenblik kryg ik van Helden's brief dat hy zorgen zal dat ik voor 15 de noodige f 60 heb, en dat ik kan voortgaan. Nu dat is hoofdzaak. Ik ben aan 't werk! Eindelyk. Nu heb ik er pleizier in, en zal werken comme un nègre zooals Tissot van Menado zei. Ik beloof je te verlossen voor Augustus! En als ik myn doel bereik zal je de tentoonstelling van Parys zien. Ik hoop eenige maanden achtereen 15 a 20 vel smaands te leveren, dus zoolang geen armoed te lyden, de schuld aan v. H. royaal aftedoen en genoeg overtehebben om je van Milaan te halen, en ons interigten. De eenige hoofdzaak is dat ik nu aan 't werk blyf. Ik zal je natuurlyk myn brochure laten zenden. Dat ding is zoo belangryk niet, maar als begin om weer aan den gang te komen, is 't veel waard. Deze week heeft mimi de berigten voor den Haarlemmer gemaakt, ik hoef 't maar overteschryven. Zy doet alles om te helpen. Ik stuur je eens een stuk van zoo'n Haarlemmer. Dat artikel ‘Van den Ryn’ is van ons. 't Is misschien vervelend om te lezen maar de eigenaars van die krant, willen 't niet anders. Er hoort attentie toe om alle vyf dagen zoo'n geseur behoorlyk by elkaêr te hebben, en vooral om nooit daarin iets te zetten van eigen denkbeelden, dat mag niet. Als ik goed aan 't werk ben zal 't my erg vervelen, vooral in verband met de geringe opbrengst, maar ik zal 't niet opzeggen, dat begryp je. Ik wou zoo graag dat Mimi 't heelemaal voor haar rekening kon nemen, maar 't zal bezwaar in hebben dat men haar hand ziet (of niet de myne.) Later wou ik een middel vinden om dat te veranderen. f25 smaands is niet veel, maar toch altyd wat.-

Nu zal ik weer meer pleizier hebben je te schryven nu ik uitkomst zie. Ik was beschaamd dat ik je nooit hulp kon toezeggen. Ik ben benieuwd hoe of 't met Edu's verjaardag is afgeloopen. Zoodra ik kan zal ik myn schae daaromtrent inhalen. Non heeft ook zooveel te goed, 't lieve kind. Och, ik eet nooit zonder er by te denken of de kinderen daarvan zouden houden. Van middag had ik boerekool. Mimi wordt een virtuoos in die dingen. Och, myn oog valt daar op een paar regels uit je brief. Toen ik die 't eerst las niet, maar nu lees ik ze met pleizier. Je zegt dat je hoopt dat ik voor Augustus wel wat zal gevonden hebben. Dat hoop ik nu ook. Wees nu maar verder dapper in 't verdragen van de onaangenaamheden. Er is nu een eind aan te zien, en dan wordt alles makkelyker. 't Is gek dat ik zoo den heelen tyd my verheug in 't vooruitzigt de kinderen goed te zien eten.

Van Siet heb ik een lieven brief. Dat doet my veel pleizier. Zy is trouw en kon de brouille niet goed verdragen. Je dringt aan op niet frankeren maar ik kan nu heel goed, en hoop zelfs je den volgenden maand wat te zenden, òf voor iets noodigs òf voor geschenken aan de kinderen. Ik zal erg myn best doen.

Om allerlei redenen zullen wy nu naar Keulen gaan. Schryf dus daarheen poste restante. Zoodra ik daar een adres heb, zal ik 't je opgeven.

Donderdag morgen

Gister avend heb ik niet verzonden, en juist kryg ik daar van ochtend je brief van den 6. den dag dat je niet uit kon schoon Edu 't kwam vragen. Hoe my zoo iets zeer doet, kan je begrypen. Nu, ik zal zorgen dat er een eind aan komt. Weest maar goeds moeds. Dag lieve beste tine. Ik zal myn best doen. Kus de beste kinderen. Dag Edu dag non. Denk er niet aan, my wat te zenden, integendeel, ik hoop 't jou te doen.

Denk maar dat ik geen genoegen neem met je toestand, en dat ik daaraan een eind zal maken. Dat heb je waarlyk niet verdiend, het loopt in 't bespottelyke. Dag beste tine. Wees maar gerust dat daaraan een eind komt en dat je je vryheid zult weer krygen, en dat wy samen zullen zyn.-

Keulen, poste restante.

ik frankeer toch niet deze keer, omdat je 't zoo uitdrukkelyk zegt, en ik nog geen geld ontv. heb.