Lijst van brieven op datum
15 november 1866
van
Tine Douwes Dekker-van Wijnbergen (bio)
aan
Julius de Geyter (bio)
Volledige Werken. Deel 11. Brieven en dokumenten uit de jaren 1862-1866 (1977)
* 15 november 1866
Brief van Tine aan J. de Geyter. (Nederlandsch Museum, jrg. XX, 1895, blz. 104-105.)
Milaan, 15 November 66
Wel Edele Heer!
Dank! voor uw troostrijke en hartelijke toespraak ja ik zal moed houden en volharding. Dekker zelf geeft mij 't voorbeeld maar hij heeft de laatste maanden veel, zeer veel geleden, ik heb in geen drie, vier weken iets van hem gehoord en dat is een zeer slecht teeken want zoodra als hij maar één lichtstraal ziet haast hij zich er mij van te laten genieten; de laatste 3 maanden schreef hij voor de Haarlemsche Courant en kreeg daarvoor een kleine toelaag, maar ik vrees dat dat opgehouden heeft en wie weet hoe dat hij nu lijdt.
Uit gebrek aan geld kan hij niets uitrigten en is nog altijd te Coblenz Rheinstrasse 17.
Waarde Heer de Geyter! schrijf hem, een toespraak van iemand die hart heeft doet zoo goed, zeg hem dat hij in België vrienden heeft die hem appreciëren, hij heeft dikwijls slechts één vonk noodig om op te stijgen tot een flam, uwe sympathie zal hij op hoogen prijs stellen.
Het doet mij bitter leed, dat ik Brussel heb moeten verlaten, maar ik had de stellige overtuiging de Hollanders ons geholpen zouden hebben om die schulden in Brussel aan te zuiveren maar ik bedroog mij. Ik heb in Brussel veel goeds ondervonden, ik heb dat land lief, er is enthousiasme en hart. de menschen aan wie ik zelfs schuld had behandelde mij met eerbied en die menschen heb ik moeten duperen. dàt is hard!
Ik heb het hier vrij goed, de heer en Mevrouw Le Comte-Vigo behandelen mij met onderscheiding maar ik ben van 's morgens 7 tot s'avonds 10 uur altijd in 't touw ik heb bijna nooit geen minuut vrijheid. Eduard zie ik tweemaal in de week een oogenblik, hij leert zoo goed van de 100 aspiranten voor de technique school zijn er 11 aangenomen waaronder onze beste Edu. Nonnie leert goed haar viool, door uwe hulp kan ik nu smaandelijks de meester betalen. Denken moet ik niet want ik heb al mijn geestkracht noodig om staande te blijven mijne gezondheid laat wel wat te wenschen over, ik heb te veel geleden vooral moralement, en dat heeft invloed op 't physiek, als ik maar wist dat Dekker eens triompheren zou dan was al 't lijden niets. Ik zal zoo veel mogelijk mij sterk houden. Uw brief was mij zoo welkom, ik was in eene stemming van bittere mélancholie en toen ik Uw schrijven gelezen had schaamde ik mij dat ik de vrouw van Multatuli van tijd tot tijd zoo zwak ben. Maar één opwekkend woord doet mij altijd goed; ik behoor onder die menschen die hart moeten voelen en dan geloof ik eenige sterkte te bezitten. Ik verheug me al dat U Dekker schrijven zult, want ik voel dat U het doen wilt. 't Spijt me dat U hem niet persoonlijk kent, want menschen die hem begrijpen moeten hem waarderen.
Ontvang Wel Ed. Heer mijne vriendschappelijke groeten en ik beveel mij aan in uwe herinnering.
E:H: Douwes Dekker
nadere informatie
afschrift