Lijst van brieven op datum
19 juni 1866
van
Tine Douwes Dekker-van Wijnbergen (bio)
aan
J. van Vloten (bio)
Volledige Werken. Deel 11. Brieven en dokumenten uit de jaren 1862-1866 (1977)
19 juni 1866
Brief van Tine aan J. van Vloten. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)
Amsterdam 19 Junij 1866
Waarde Heer van Vloten!
Ik heb tot t' laatste oogenblik gewacht om uw raad te vragen, den 22 à 23st Junij moet ik t' antwoord aan de heeren Reeders geven of ik met t' schip mee ga of niet.
Nu moet ik U vragen of U denkt dat uwe welwillende pogingen om mij hier een jaarlijks inkomen te doen geworden lukken zal, zoo niet of er dan gelden zouden zijn om mij de passage te kunnen be-talen en iets voor uitrusting want ik heb letterlijk niets. Als ik éénmaal op t' schip ben dan twijfel ik niet of 't publiek zal mij dan wel wat willen geven voor de eerste behoeften op Java en dan ben ik zeker goed te zullen slagen. de Heer van den Bosch heeft mij toegezegd 150 fl. als ik naar Java ging en de heer Hotz 50 gulden. Voor dat doel zijn er ook nog eenige heeren hier in Amsterdam die dan wat zouden willen bijdragen dus ik denk wel dat ik nu rekenen kan op 300 gulden. Wanneer ik op Java ben dan ben ik zeker op den duur een inkomen te hebben.
Dekker zoude erg gaarne wenschen wij bij één waren en liefst te Coblentz waar t' niet duur is en een heerlijke natuur en goed onderwijs. dat komt mij zeer aanlokkelijk voor, maar er kan niet gevraagd worden wat men gaarne wil er moet gehandeld worden t' kan zóó niet langer. Bijna 3 maanden dat Non en ik op crediet eten en wonen. O! als U wist wat t' mij kost om s'middags in de restaurant te komen en t' moet wel maar lang zou dat ook niet meer kunnen. Ook geloof ik dat t' ideé dat ik spoedig naar Indiën zal gaan nog mij staande houdt. Niets zal mij zwaarder vallen dan t' tegenwoordige leven. Dekker heeft in geen 16 dagen gekookt eten gegeten, meest droog brood. Ik behoef U dus niet te zeggen dat de nood hoog is. Ellende, op crediet leven, geen behoorlijke kleeren te hebben dat dégradeert vreesselijk. Ja heel gaarne was ik bij Dekker met de kinderen, ik zou niet meer méégaan maar ik zou mijn invloed met énergie gebruiken maar daar behoort al weer eenig geld voor.
Ik zou indien Uw plan niet gelukt zóó innig dankbaar zijn als ik den 22st Junij mijn passage kon nemen. U zult zien dat ik dan geen zorgen (van geldelijke aard) meer hebben zal. Het geld zou er eerst den 28st Junij behoeven te zijn, maar ik moet de passage bespreken op den 22 à 23st Junij. De Heer van den Bosch schreef mij hij eerst eene inschrijving van 50 gulden s'jaars had ontvangen, ik geloof zeker dat als men weet ik naar Java ga men meer zal doen. Ik heb dezer dagen bitter geleden er moet verandering komen of ik zou t' niet meer kunnen uithouden. U zult dus begrijpen hoe groot mijn dankbaar gevoel voor U zal zijn die door moeite mij in de gelegenheid zal stellen een einde aan t'lijden te maken.
met achting
Uwe dienst: willige dienaresse
E.H. Douwes Dekker