Multatuli.online

Lijst van brieven op datum

6 juni 1866

van

R.J.A. Kallenberg van den Bosch (bio)

aan

J. van Vloten (bio)

 

Volledige Werken. Deel 11. Brieven en dokumenten uit de jaren 1862-1866 (1977)

terug naar lijst

6 juni 1866

Brief van R.J.A. Kallenberg van den Bosch aan J. van Vloten. Dubbel velletje postpapier, tot bovenaan bladz. 4 beschreven. (Gemeentearchief Deventer; fotokopie M.M.)

HoogEdelgestrenge Heer!

Gister ontving ik een brief van Mevrouw Dekkers, dat zich nu eene zeer gunstige gelegenheid opdeed om naar de Oost te gaan met hare kinderen, en dat men f 800 als passagegeld eischte. - Zij verzocht om hulp en had ook U en den Hr. v: d: Valk geschreven. - Reeds morgen moest daarop een besluit genomen worden. Dit alles is zeer onverwacht en spoedig, en te midden der drukten die mij veroorzaken het Examen van een zoon van een mijner vrienden bij mij gelogeerd, heb ik Mevrouw Dekkers, pas heden morgen kunnen antwoorden. - Ik heb haar geschreven dat nu er geen tijd van beraadslagen was, nu geen beroep kon gedaan worden op de geestverwanten van Dekkers over het geheele land verspreid, de zaak nu alleen rustte op de schouders van eenige weinigen die zich harer hebben aangetrokken, en dat het daarom misschien bezwaarlijk zal zijn, om in zoo'n geringen tijd de betrekkelijk groote som van f 800 bijééntebrengen. - Dat ik echter persoonlijk mijne bijdrage wilde doen, en het waarschijnlijk genoegzaam zal zijn wanneer morgen de reeders de zekerheid hebben dat het passagegeld voor 28 Iunij betaald wordt. - Dat ik haar dus voor mij de verzekering gaf dat haar voor den 15 Iunij zou sturen f 150, als de som die ik bij mogelijkheid op dit oogenblik missen kon, en dat ik hoopte dat door de bijdragen der andere heeren die zich harer hadden aangetrokken de f 800 bijtijds voltallig zouden worden. - Haar besluit is misschien het beste onder gegeven omstandigheden; jammer maar dat alles nu zoo op stel en sprong moet geschieden en men buiten staat is, om nog andere welwillende personen te doen medewerken. -

Bij dezen stand van zaken vervalt dus vermoedelijk uw plan, en is de Circulaire nutteloos geworden. Daardoor zijn echter door UHEg. kosten gemaakt, die ik billijk vindt medetedragen, als zijnde gemeenschappelijk gedaan en waarvan UHEg. misschien wel de goedheid wilt hebben mij mijn aandeel optegeven. - Ik had meer gehoopt van Uw plan wanneer het had kunnen doorgaan, dan dat aankomen van haar en hare kinderen in Indie, bijna geheel zonder ressources. Maar zij schijnt veel vertrouwen te hebben, eenmaal daar, teregt te zullen komen. - Het zou mij eene aangename gewaarwording geven, wanneer ik later hoorde dat dat gelukt was. - Intusschen is het mij een genoegen, dat deze zaak mij zoo niet persoonlijk, Dan tenminste per brief in aanraking met UHEg. gebragt heeft, en in de hoop dat omstandigheden ons later nogmaals nader zullen brengen, heb ik de Eer mij met de meeste hoogachting te noemen

UHEg. Dienstw: Dienaar

R. JA. Kallenberg van den Bosch

PS: Ik heb mevrouw Dekkers verzocht, mij zoo spoedig mogelijk met een enkel woord, den uitslag van deze zaak te melden. -

Breda. - Woensdagmorgen -