Lijst van brieven op datum
7 april 1866
van
Tine Douwes Dekker-van Wijnbergen (bio)
aan
Julius de Geyter (bio)
Volledige Werken. Deel 11. Brieven en dokumenten uit de jaren 1862-1866 (1977)
* 7 april 1866
Brief van Tine aan J. de Geyter. (Nederlandsch Museum, jrg. 20, 1895, blz. 99-100)
Een aantekening van Pée vermeldt: Bij dien brief ging een kwijtschrift van f 94,50.
Voorde tekst van uwe brochure, nl. een overdruk van De Geyters artikel, zie men Midden maart 1866.
Amsterdam 7 april 1866
Wel Edele Heer!
U mijne aandoeningen te beschrijven, eerst bij 't lezen van uwe brochure (Nederduitsch tijdschrift), daarna uw briefje dat ik zoo op 't oogenblik ontvang, is mij onmogelijk. Ontvang mijnen hartelijken innigen dank voor de sympathie die U voor Dekker koestert en voor de werkelijke hulp die U ons verleent.
Ja, 't is ongelooflijk hoe een man als Multatuli moet lijden door dat men hem niet begrijpt of niet wil begrijpen; wat zou 't Nederlandsche volk een nut kunnen trekken van een man bezield met zulke Ideën; maar ik verlies geen moed: ééns zal en moet hij overwinnen, daartoe is medewerking van buiten noodig. Zie ik dan dat er iemand opkomt die warme sympathie voor hem voelt, dan straalt er weer nieuwe hoop en moed in mijn hart, en zoo gaarne zoude ik hem dan toeroepen: ‘heb dank! Gij werkt mede tot een groot en edel doel!’
Ontvang nogmaals mijnen welgemeenden dank en gelooft mij met de meeste hoogachting
Wel Edele Heer
Uwe dienstw. Dienaresse
Tine van Multatuli
P.S. Heden is het te laat om naar 't kantoor der Heeren van der Maaden te gaan, morgen Zondag, dus Maandag morgen zal ik er naar toe gaan,
Ik ben U zóó regt dankbaar!