Multatuli.online

29 mei 1865

Brief van de firma Bruining en Wijt aan R.C. d'Ablaing van Giessenburg. Enkel vel dun postpapier, aan éen zijde beschreven. (M.M.)

De firma R.C. Meijer te Amsterdam.

Batavia, 29 Mei 1865.

M.H.

Den 19 dezer ontvingen wij Uwe regelen van 8 April en namen kennis van die van denzelfden datum aan den Heer des Amorie van der Hoeven.

In antwoord op de Uwe deelen wij U mede genegen te zijn tot het nemen voor rekening van 100 ex. der schrifturen van H. Douwes Dekker, na ontvangst dezer regelen uitgegeven, met het gewoon rabat en premie, doch stellen twee voorwaarden:

1^o Zending aan ons alleen.

2^o Franco bezorging aan de Heeren M. Wijt & Zonen te Rotterdam met verzoek om onmiddellijke doorzending per mail van 100 ex. voor rekening plus 150 ex. in commissie vóór de toezending aan den Nederlandschen boekhandel.

Deze beide voorwaarden zijn zoowel in Uw als ons belang zeer aan te bevelen.

De Heeren M. Wijt & Zonen betalen alzoo het mailport terwijl wij, zooals de onze van 1 Februarij il. luidde, zullen remitteren naar gelang van den verkoop, desverlangd zelfs per f 100 of f 150.-.

Wij merken U nog op, dat wij, wat de concurrentie met de firma G. Kolff & Co. alhier aangaat, ons volstrekt niet meer soliede willen stellen door het nemen van meer dan 100 Ex.; wij nemen dit getal aan als een goed begin voor U.

Verder verzoeken wij UEd. dringend bij afzending een Certificaat van Oorsprong er bij te voegen, ter besparing der inkomende regten alhier.

Kennis dragende van de aan U gerigte regelen over deze zaak van den Heer van der Hoeven, zullen wij de beslissing afwachten en teekenen ons na beleefde groeten.

UEd. Dw. Dienaren

Bruining & Wijt