Multatuli.online

Waarschijnlijk midden september 1864

Brief van Multatuli aan Van Vloten. Dubbel velletje postpapier, tot het midden van blz. 4 beschreven. (M.M.)

Voor de brief in de Havelaar zie men VW I, blz. 265.

Waarde Heer van Vloten!

Ik lees daar uw stuk over my en ik dank u, niet voor uw opinie na-tuurlyk maar voor den welwillenden moed, die te uiten. Misschien zullen nu anderen durven zeggen: ‘precies m'n idee.’

Ik ben erg verdrietig op u geweest over Uw flauwe behandeling van myn poging om in Deventer te spreken. 't was nodig, en nog! Ik kryg nu voor elk blad dat af is, voorschot op de vermoedelyke winst. Nu dat is mooi, en ik was zoo bly met die regeling. Maar m'n ogen laten my nu in den steek. En daar ik tuis had gezegd dat ze voortaan geregeld geld zouden ontvangen, was't my zo bitter dat niet te kunnen volhouden. Ik heb nu indedaad moeite om dit briefje te schryven. Dat wou ik hebben aangevuld met lezingen. En ik wist dat ik ditmaal in Deventer bevallen zou. Ik had iets ‘moois’, en geen barheden. Maar nu iets anders.

Uw loyaal partytrekken legt my de verpligting op u niet in den steek te laten met uw opinie. Als men U aanvalt over uw mening, wou ik niet graag dat gy daar zoudt staan als een domme gelover. Dus vraag ik U over my te beschikken als gy iets nodig hebt te weten tot goed antwoorden.

Ik kan waarachtig haast niet zien. t papier schittert me zoo.

Ik ben zo vry U hierby een briefje aantebieden dat ik voor 2, 3 dagen van tantes kreeg. Maar er moet iets by gezegd worden. Zy voelen hartelyker dan ze mogen schryven om myn zwager van Heeckeren, die een particuliere vrind van van twist is en bovendien erg fatsoenelyk. V Heeckeren is niet slecht maar klein. Ja slecht ook. De brief van pag uit den Havelaar was van hem, en z'n vrouw. Ik heb ze nog - er waren er meer.‘Als Everdine my verliet en terugkeerde tot den Heer zou de familie haar naaiwerk bezorgen.’

Maar dat daargelaten. Die tantes hebben eigenlyk liever myn pink dan den helen van Heeckeren. Sedert ik niets voor haar kan doen - of weinig want ook na Lebak heb ik soms geholpen - mogen ze v.H niet afvallen. Toch koopt hy die aanhankelykheid al te goedkoop, want wat hy voor die tantes doet is schraal. In 1856, 57 verweet hy my myn roekeloosheid en zei dat ik die oude stumperts bedierf, enz. Ik zeg u dit om te voorkomen dat de twee dames worden gepresseerd tot myn herstel van eer. Dat zou haar de almoes van v.H kosten. Dus dat mag niet voor ik er boven op ben en voor haar zorgen kan. Wilt gy voor myn rekening (of neen, te boeken: R.C. Meijer) den Heer ter Gunne verzoeken een exemplaar (beide bundels) uwer anthologie naar Brussel te zenden. t Zal haar zoo'n pleizier doen. Och schryf er in: van den schryver aan Mevr. DD. of noem haar zoals ge wilt, als ze maar voelt dat het voor háár is, iets als dat van de Pène voor in den Havelaar.

Myn ogen branden zoo ik moest acht dagen geen papier zien maar ik kan niet zolang rusten.

Wees hartelyk gegroet en Uwe vrouw heel vriendelyk en de jongens Willem en frank en Odo en allemaal

Douwes Dekker

Donderdag morgen. Ik had myn reisje naar Deventer willen verbinden met een consult by Dr - och die naam, de oculist meen ik. Als de brief weg is, weet ik het. 't is toch gek.

Men obstineert zich hier te vertellen dat ik myn vrouw zoo mishandel.

Dàt is't antwoord van de mensen die partytrekken voor de dingen die ik aanval. Een makkelyk antwoord. Et sans replique. Want ik kan toch Everdine geen certificaat van goed gedrag vragen?