Multatuli.online

Lijst van brieven op datum

4 juli 1861

van

Multatuli

aan

Frans Christiaan Günst (bio)

 

Volledige Werken. Deel 10. Brieven en dokumenten uit de jaren 1858-1862 (1960)

terug naar lijst

* 4 juli 1861

Brief van Multatuli aan F. Günst. (Brieven V, blz. 145; Brieven WB V, blz. 109). Volgens mededeling van Mimi: Gedateerd door den heer Günst: 4 July 1861.

Waarde Gunst!

Morgen vroeg copij. Ge kunt er op rekenen. Dank voor uw briefje.

Is vel 3 al afgedrukt voor goed? Zoo neen, zend het mij even. Ik wilde er graag een (zeer) kleine verandering in maken. Gij zult het kinderachtig vinden, maar die vischgeschiedenis is nog niet goed. Maar als 't gedrukt is, enfin!

Hartelijk gegroet.

D.D.

Ik had U en den Heer Ellerman gewacht van dezen morgen. Prettig dat ze zoo bestellen. Zoodra ik voldaan heb aan mijne verpligting omtrent u, zal ik u voorstellen mij in staat te stellen om mijn Fancy (een roman of zoo iets) van Brussel te halen.

Ik weet niet regt, hoeveel er van klaar is.

Maar eerst dit af. Wees niet ongerust over den mallen loop van die minnebrieven. 't zal à peu prés op zijn pooten teregt komen, en voor Mr. Publiek is 't goed genoeg.

Weldra word ik weer hysterisch, dat betalen ze!

Zij willen, dat ik hoer ben, - ik zàl hoer zijn, een hoer, die streelt en kittelt.

Maar ik scheld mijn klanten uit! Dat 's wat nieuws in 't hoerwezen! Adio!

Ik ben innig blij, dat gij en de heer E. zoo flink beloond... neen, dat is 't woord niet! Ik meen, dat uwe loyale hulp u geen schade zal doen. Zoo moest het altijd gaan, maar meestal gaat het anders. Och, als 't niet te lastig is, mag ik dan nog een keer meer de proef nazien? Ik zal discreet wezen in veranderingen. Bedenk, dat ik zoo haastig corrigeer.