Lijst van brieven op datum
7 juni 1861
van
Multatuli
aan
Tine Douwes Dekker-van Wijnbergen (bio)
Volledige Werken. Deel 10. Brieven en dokumenten uit de jaren 1858-1862 (1960)
* 7 juni 1861
Brief van Multatuli aan Tine. (Brieven V, blz. 80; Brieven WB V, blz. 64). Waarschijnlijk onvolledig.
Vrijdag morgen
Lieve beste Tine. Drokte, dus kort. Hoor eens, ik spreek nu heel ernstig, denk je dan dat het mij geen zeer doet dat jij dat altijd zegt? Vooral omdat ik juist allerlei histories heb die bij gewone menschen zouden bewijzen dat je gelijk had. En 't is niet waar.
Ik ben dol op Siet. Theodoor bragt mij daar 't briefje (open!) dat ik je hier zend. Let eens goed op haar hart; en dan zal je begrijpen hoe ik getroffen ben door zoo'n poetiek verschijnsel. (Zeg mij goed of ik juist zie, daar ben je voor, dat is jouw roeping, en ik stel hoogen prijs op uw oordeel.) Ik beken dat zij mij betoovert, en ik vraag aan u of ik nu zoo verkeerd zie? Maar hoor, nooit nooit was ik u ontrouw. Integendeel. Ik heb juist de behoefte om aan u mijne aandoeningen mede te deelen.
Jan is bezig Siet tegen mij op te stoken. Hij wil bewerken dat mij het huis ontzegd wordt. Hij is naar den Helder, en bij zijne terugkomst zal hij Siet eens goed vertellen wat ik een slecht mensch ben!
Siet wacht hem af.
Hij is furieus. Primitief omdat ik niet wil schrijven voor Vrijen Arbeid. Apropos, Bekking is wegens knoeierij met de tabaksfabriekanten infaam ontslagen... doch met pensioen.
Vraag den heer v. Vloten de courant waar 't in staat. H. en Eff. blad.
En het eigenlijke wist het Gouvernement niet eens, namelijk dat hij aandeel had. 't Is een infame clique, en aan den leiband van die clique liep Duymaer van Twist! Misschien schrijf ik er over.
Proces v. L. (eerste instantie) heb ik verloren. Never mind! Appel! Ik zal 't behandelen.
Ik heb geen tijd... Bijgaanden brief van Siet had ik al een paar dagen.
Ja, die arme Piet is bezweken!
Dag engel, dag lieve beste kinderen. Je hebt een ware weldaad gedaan, Theo te groeten. Dat is een edel kind. Ik zou hem graag bij Edu hebben. Hij is opregt en innig trouw en braaf. Daarbij knap. 't Is een juweel van een jongen. Dat kind hangt ons aan als een held. Ik geloof dat hij wel wou vechten voor ons. Op zijn woord reken ik als een rots. Is dat niet schoon? (13 jaar!) Zijne verhouding met Siet is touchant. Een kus van haar is zijne belooning. Ik heb nooit zoo iets tusschen broer en zuster gezien. Ook hij hijgt er naar in onzen kring te komen. Zondags loopt hij de kerk uit om bij mij te komen, en 's morgens steelt hij vijf minuten van zijn schooltijd.
Ik heb je eigenlijk veel te vertellen maar ik heb geen tijd. Dag mijn Tine. Ik heb je innig hef, ik verzeker u dat ik al mijn aandoeningen met u in verband breng. Laat Siet maar niet weten dat je haar brieven leest, niet om geheimen, maar omdat ik niet wil dat zij gemaakt wordt. Schrijf mij uw oordeel over haar, na haar schrijven. Begrijp je dat ze mij inspireert? Dat is zoo. Het Gebed v.d. O. maakt fureur. De brochure over de watersnood in Indie ook. Er zijn reeds 3000 ex. verkocht, en 't gaat nog door.