Lijst van brieven op datum
15 maart 1861
van
Multatuli
aan
Tine Douwes Dekker-van Wijnbergen (bio)
Volledige Werken. Deel 10. Brieven en dokumenten uit de jaren 1858-1862 (1960)
* 15 maart 1861
Brief van Multatuli aan Tine. (Brieven V, blz. 34; Brieven WB V, blz. 29)
Over het contact tussen Multatuli en Rochussen, zoals in deze brief vermeld, is uit andere bronnen niets verder bekend.
Vrijdag.
Lieve beste hart! De reden dat ik je in verscheiden dagen niet geschreven heb is deze:
Verleden maandag avond schreef ik je een brief alleropgeruimdst en compleet alsof alles gewonnen was. Ik had daar reden toe. Maar voor ik dien op de post deed, bedacht ik dat het beter was nog een dag af te wachten. Dat heb ik gedaan. De zaak waarmee ik bezig was begon weer te traineren, en al wachtende ben ik nu blij dat ik je dien vrolijken brief niet verzonden heb, want het zou weer een teleurstelling geweest zijn. Ik kan je niet alles vertellen maar het komt hierop neer dat ik dien dag op eens besloten had mij aan Rochussen aantesluiten (tegen de D.v. Twistsche clique) en daarin ben ik geslaagd dat R. mij uitstekend heeft ontvangen. Dat was dus goed. Maar zie, geheel buiten mijn zaak is dat nu weer in zooverre misgeloopen dat Roch. niet geslaagd is in 't samenstellen van een Kabinet, zoodat hij voor 't oogenblik uit de zaken is. Is dat nu niet vervloekt jammer?
Maar begrijp mij wel, over 't geheel staat alles goed. Ik zal mijn best doen, en al slaagde ik nu niet, ik ben zeker dat R. weer aan 't roer komt, en hij zeide ronduit mijn aanbod om hem te helpen tegen de zoogenaamde oppositie gaarne aan te nemen.
Houd je goed. Ik heb R. een paar dingen gezegd die hier in de hooge kringen circuleren als nieuws van den dag. Hij zei: ik ben nu door den Koning belast met het vormen van een nieuw ministerie, en moet nu negen menschen bij elkaer zoeken...
Ik: Mijn god hoe is 't mogelijk? negen menschen!!!
Hij zei ronduit dat hij mijn démarche zeer apprecieerde; bijv. hij nam mijn kaartje op en zei: ‘Ik voel zeer goed de waarde uwer komst. Eduard... Douwes... Dekker... bij Rochussen!!!’
Kortom, dat was alles perfect, ik voelde mij bij hem of ik thuis was. Maar nu is door allerlei lamme consideraties dat alles voor 't oogenblik gestremd.
Ik wilde dat hij de Kamer zou ontbinden, en als hij geslaagd was in 't samenstellen van een ministerie, zou hij 't gedaan hebben. Hij zeide: ik erken fouten begaan te hebben. Ja, zei ik, u heeft veel fouten begaan, maar de fouten van een mensch, en Mr. van Twist heeft al de deugden van een stuk hout. Komiek he?
Dag engel, dag beste jongens. Ik verlang dol naar huis, maar ik wensch een goede tijding mee te brengen.
Heden schreef ik een briefje aan Rochussen:
Excellentie! Ik neem de vrijheid Uwe Exc. te verzoeken mij aan den nieuwen minister voortestellen tot secretaris-generaal.
Geen woord meer! Hoe vind je dat? Kort en bondig, nog al!
Nu is mijne bedoeling niet zoozeer om dat te worden, als om bij Roch. te constateeren dat ik op hem reken. Ik weet dat hij hiermee gevleid is. De vorige Secr. Generaal is minister geworden. Roch. zei: de dames zijn gek op je. Hoe vind je dat? Zijn dochter van Zuylen kwam binnen (ik geloof expres) ja, zei hij - die ook!