Multatuli.online

Lijst van brieven op datum

18 februari 1861

van

Multatuli

aan

Tine Douwes Dekker-van Wijnbergen (bio)

 

Volledige Werken. Deel 10. Brieven en dokumenten uit de jaren 1858-1862 (1960)

terug naar lijst

* 18 februari 1861

Brief van Multatuli aan Tine (Brieven V, blz. 18; Brieven WB V, blz. 14). De artikelen in het Bataviaasch Handelsblad zijn blijkbaar van Van der Hoeven.

Maandag middag.

Beste Tine. Ik heb het stuk van van der Hoeven. Ik heb mij bedrogen door het van gelijk gehalte te achten als dat van Lion. 't Is integendeel met veel talent geschreven. Hij vergist zich hier en daar, maar het is niet zoo als dat van Lion, beneden beantwoording. Ik zal 't u zenden zoodra ik een 2de exemplaar heb. Zend dan na lektuur een en ander dadelijk naar den Heer v. Vloten. Het doet mij pleizier dat het stuk zoodanig geschreven is dat ik zonder mij te compromitteren (als schrijver) het weerleggen kan. Maar hoe het zij, noch 't Bat. Handelsbl. noch Lion hebben aanleiding kunnen geven tot het afzien van de poging om mij door dat ellendige geld weer tot fatsoenlijk man te maken. Dat blijft altijd onverantwoordelijk.

Er is in 't stuk van van der Hoeven veel wat ik toestem, en dat zal ik ronduit zeggen.

Hij verwijt mij voornaamlijk hoogmoed, en daarin heeft hij waarschijnlijk regt; ik ben zeer hoogmoedig.

Maar hoogmoed is geen reden om mij te laten leven als een bedelaar.

Ik ben zeer hoogmoedig, maar v.d.H. had, om mij van hoogmoed te genezen, zijn artikel niet moeten schrijven, want na het lezen daarvan ben ik nog veel hoogmoediger geworden. Je zult zien. Dag beste Tine, dag kind, houd je maar goed.

Ik loop uit om dubbele exx. dan zend ik ze terstond. Deel mij mede wat de heer van Vl. zegt na die dingen gelezen te hebben. Ik denk hij zal dan wel bij u komen, maar zeg als 't te pas komt dat er geen kwestie meer mag zijn van finantiele hulp. Misschien houd ik een lezing of zoo iets voor geld.

Het artikel over dr. Bensen begrijp ik niet regt. Ik heb Bensen niets verweten. Integendeel.

En dat de ziekte van Carolus anders was dan de weduwe mij vertelde, doet niet ter zake. Zeker is het dat er in Lebak sprake was van vergiftiging en dat de controleur er bang voor was, 't geen hij mij op schrift verklaard heeft.

Dag beste meid. Kus de kleine kerels. Ik zend de couranten aan den heer van Vloten. Vraag er om.