Lijst van brieven op datum
augustus 1860
van
Multatuli
aan
Tine Douwes Dekker-van Wijnbergen (bio)
Volledige Werken. Deel 10. Brieven en dokumenten uit de jaren 1858-1862 (1960)
* Begin augustus 1860
Brief van Multatuli aan Tine. (Brieven IV, blz. 101; Brieven WB IV, blz. 87). Het artikel van Ds. Francken was geplaatst in De Tijdspiegel, augustus 1860. blz. 138-140. Zie Volledige Werken, deel I, blz. 379.
Lieve hart! Ik heb drokte over de ooren. Brief van Bekking. Voorloopig mededeeling dat zij mij (ons dus) in den Haag voor een jaar willen helpen, maar hij vraagt hulp voor van den Hoevell om een half nummer van het N.I. tijdschrift te vullen, dat moet klaar wezen 20 Augustus, dus geen tijd. Ik heb nog niets, maar wil proberen.
Brieven van tijdschriften om medewerking. Dominé de Keijzer schrijft mij heel aardig, en eindigt ‘als je te Brummen komt gun dan een kwartiertje aan
de collega van Wawelaar,
de Keijzer.’
heel aardig.
Ds. Franken (zendeling dominé) valt mij (lief en fatsoenlijk, aan in de Tijdspiegel. Ik heb een antwoord klaar dat goed is.
Het gaat me aan 't hart dat ik u verwaarloos. Maar als ik nu lang schrijf word ik leeg. Jan weet door Bekking dat ik drokte heb. Ik schreef hem gister: Schrijf aan Tine dat ik het drok heb en houd haar boven water. Ik hoop dat hij 't doen zal. Mijn hart breekt als ik aan u denk, maar ik moet er niet in toegeven. Jan interesseert zich sedert eenigen tijd zeer voor mij en de zaak. Hij is nu opgewarmd door anderen.
De opgang van Max is nog klimmende. Je zult zien 't wordt een waar standje.
Het Handels- en Effektenblad is hoor ik tegen mij. Soit, er schijnen geldmannen in dat blad te zitten die mij persoonlijk slecht gezind zijn. Goed! Ik zal ze afwachten.
Ik heb allerlei gekke histories... maar als ik ze u schrijf word ik leeg. Ik heb er mee te doen dat je daar zoo afgezonderd zit, maar ik kan nu niet anders.
Houd mij op de hoogte van de verhouding met v. Vl. en schrijf vooral over de jongens.