Lijst van brieven op datum
29 oktober 1859
van
Multatuli
aan
Tine Douwes Dekker-van Wijnbergen (bio)
Volledige Werken. Deel 10. Brieven en dokumenten uit de jaren 1858-1862 (1960)
29 oktober 1859
Brief van Dekker aan Tine. Dubbel velletje postpapier, waarvan drie bladzijden beschreven. Op de vierde bladzijde het adres: Madame E.H. Douwes Dekker van Wijnbergen de Buthe Brummen Hollande. (M.M.) Gefrankeerd, en gestempeld: Bruxelle 29 Oct. 9-10 S 1859. Misschien is een strookje papier met het slot verloren gegaan.
Louize: de javaanse kindermeid bij Jan Douwes Dekker kemoekoe: staartpeper
Zaturdag avond 29 Octr. lieve beste. ik ben zoo bedroefd dat ik U gister zulk een verdrietigen brief heb geschreven en u zoo beknord heb. daarom schrijf ik weêr van avond. Ik had het gister al willen doen maar ik had geen geld om te frankeren en daarom durfde ik niet te schrijven zoo spoedig op elkander. Ik heb nu geld gevraagd en men heeft mij tien franken gegeven. Het doet mij zoo innig leed dat die brief van gister verzonden is. het zal U zoo veel verdriet doen. Ik dacht er ook aan dat gij misschien dikwijls niet schrijven kondet om pijn in den rug en dus doet het mij zoo leed dat ik u daarover zoo beknord heb. trek het U toch maar niet aan. Je moet weten dat er in mijn boek iets voorkomt (Je zult zeggen staat er dan alles in dat eene boek, ja er staat zeer veel in) van iemand die zich zoo bezwaart omdat hij ruw en hard is geweest tegen iemand die hij lief heeft en dat schreef ik juist van morgen over. daarom heb ik geld gevraagd om U te kunnen schrijven.
Ik was en ben nog zeer verdrietig over Cassel, en daarbij bekommerd over het drukken van mijn boek. Ik ben altijd overtuigd dat als ik het gedrukt krijg, dat het opgang maken moet. Ja, ik geloof dat men (al is men tegen mijn' geest en mijne idées) zeggen zal dat er schoonheden in voorkomen, en dat het zóó origineel is. Er is eene geschiedenis in van een inlandsche jongen, die mij zoo schoon voorkomt dat ik zelf van morgen er tranen bij in de oogen had. Want daar ik zoo snel gewerkt had, was ik het vergeten en bij het overschrijven was het mij als nieuw. Het zou mij zeer verwonderen als men die passages niet overdrukte in tijdschriften &c als iets uitstekends zoowel van inhoud als beschrijving en mijn boek moet opgang maken al was het alleen dáárom. Het is zeer eenvoudig. Ja zelfs is er kunst in de eenvoudigheid van dat verhaal, en zóó iets staat tegen over al de scherpte die er in het boek heerscht. Heb je nog lijsterman niet gezien? Op welken datum verschijnt de dageraad? dàt is ook heel eenvoudig. Ik geloof zeker dat ze het plaatsen zullen. het is maar 20, 30 regels lang.
Morgen komt de Vries. Ik ben zeer benieuwd. Als hij wat veranderd wil hebben zal ik het doen. Ik gis dat er een paar phrases in voorkomen die te kras zijn voor Amsterdammers. Van Hasselt zeide dat de Vries mij spreken wilde in het belang van de goede réussite van het stuk en in het belang van den auteur. Ik zal doen wat hij wil.
A propos vraag eens aan Louize of zij weet wat kemoekoe's zijn. Ik heb noodig dat te weten;
Maar beste lieve ik zal nog verscheidene dagen noodig hebben voor ik mijn boek zenden kan, want ik wil het naauwkeurig nazien. Eigenlijk behoorde ik tijd te hebben om het een maand te laten liggen en het dàn te corrigeren, maar dat kan nu niet. Als Jan zoo iets begrijpen kon, zou hij mij moeten in staat stellen om zoolang te leven, maar ik zie geen kans hem dat aan het verstand te brengen. Ik ben op het oogenblik stomp, en zou bijv. vaader schrijven zonder het te zien. Het is wel jammer. -
Ook is het jammer dat ik den druk niet kan surveilleren voor het verbeteren der drukproeven. Als ik geld had zou ik er over denken om het hier te laten drukken dan kon ik zelf de proeven corrigeren blad voor blad. Wat is het toch ellendig dat wij te doen hebben met menschen die zoo niets begrijpen willen. Het zou Jan zijn eigen belang wezen om wat meer large te zijn in zijne denkbeelden, dan was er kans om er boven op te komen. - Ik voor mij geloof toch dat ik mijn boek aan U (en dus ook aan hem) zenden moet. Misschien dat het lezen daarvan hem wat opwekt; Ook zou het mij werkelijk interessant wezen als gij mij al de in drukken kondet mededeelen die het op hem maakt. Ik zeg al de indrukken want het is geen boek waar van men één indruk heeft. Het is zoo verschillend, zoo bont dat de indruk telkens verwisselt. De recensien in de tijdschriften zullen lang wezen want niemand kan in weinig woorden een oordeel zeggen over zóóveel verschillende bestanddeelen, en tòch is het ééngeheel. Je hebt nooit zoo'n gek boek gelezen. Als het gedrukt wordt en niet aan den Koning gezonden, is het mogelijk dat ik het eerst aan van Hasselt zend (na u meen ik) om het aan v. Lennep te toonen. v. H. weet dat ik het schrijf. hij zegt dat hij de verschijning met belangstelling te gemoet ziet.
Ik geloof dat mijn boek ons redden zal. De vraag is maar hoe ik het zoolang uithoud, want dat drukken &c duurt lang. -
Ik denk dat ik mijn manuscript zelf zal innaaijen. maar ik moet nog wat noten er bij schrijven. Ik zal het U dan zenden zoo gaauw ik kan. Ik schrijf u nu maar alleen omdat gij niet al te ver-drietig zijn zult over mijn geknor van gister. Ik was zoo bitter verdrietig. In mijn boek knor ik ook op je maar er staat bij dat je er niets om geeft want dat je wel weet hoe ik het meen.
dag beste tine, mijn tine, kus de kleine pierewieten. Och ik verlang zoo.
Ik ga van avond eens de deur uit. Na negen uur. tot zoolang schrijf ik. Ik ben in vele dagen niet op straat geweest. Maar nu ik zooveel geld heb ga ik voor een halve franc in een Café chantant waar zeer mooi gezongen wordt. dag beste tine. -
Vergeet niet dat duitsche versje, en ook niet wat kamoekoe's of kemoekoe's zijn? -
Had gij op dien brief van 20 October een postzegel gezet, of had je het geld voor 't frankeren meê gegeven? Hier in Brussel is de brief niet aangekomen. Althans zoo zeggen ze op de post, en ik geloof het want de post is hier zeer accuraat,