Multatuli.online

30 maart 1856

Brief van Resident Brest van Kempen aan Dekker, in antwoord op diens eerste brief van 29 maart. Groot dubbel vel papier, tot het midden van de derde zijde beschreven. (M.M.) Links bovenaan op de eerste bladzijde noteerde Dekker later: na het ontslag. ik voeg dit hierbij als bewijs dat er geen kwestie was van personele onmin. DD

Men bedenke evenwel dat Brest van Kempen, toen hij het onderstaande schreef, Dekkers ontslagaanvraag nog niet had ontvangen, terwijl hem ook het bestaan van de kabinetsmissive niet bekend was.

Serang 30 Maart 1856.

Geachte Heer Dekker!

Uwe letteren van gisteren waren mij zeer aangenaam. Doch tot mijne spijt volgt er dadelijk een bezwaar, 't welk nogthans voor oplossing, hoop ik, vatbaar zal zijn. Uedg. rekent op mijne hulp voor een wagen naar Batavia. Ik bezit echter nog maar ééne reiswagen, dien ik, als eene enkele chaussure, ieder oogenblik noodig heb. Nu zoude het kunnen gevonden worden door een wagen van den Regent hier te leenen, doch voor mij zelven zoude ik, et pour cause, daartoe niet besluiten en ik wil het dus ook niet voor Uedg. doen. Geen der Regenten hebben, zoover mij bekend, te vertrouwen vehikels. Vóór ik van een wagen voorzien was, vond ik mij wel verpligt er een van den Regent van Serang te leenen, - doch de veeren braken in het Pandeglangsche. De Regent aldaar was toen behulpzaam, doch ook zijn rijtuig trof gelijk ongemak. - De eerste keer moest ik mijne reis 's avonds naar Tjimanak, op het paard van een der Hoofden, - en de tweede maal per bendie van Tjilegon naar Serang, vervolgen.

Mevrouw Wiggers leed midden in den nacht bij hare afreize van Serang, met een wagen van den Regent van Serang voorbij Tangerang schipbreuk.-

Er is echter middel om in dezen te voorzien. De Secretaris Feugen is hier met den Uedg. welbekenden wagen van Speet gekomen, en moet zorgen dat deze den 5en April te Batavia terug is. Dat is Uedg. te spoedig; dus heb ik den Heer Feugen verzocht om Speet te schrijven, dat de wagen hier ten Uwen behoeve zal worden aangehouden, om naderhand voor de helft der gewone som (dus f 25) door Uedg. bij hem te worden teruggeleverd. - Hij moet daarop per omgaande antwoorden. Difficulteert hij (ik denk het niet) dan krijgt hij zijn wagen voor den 5en nog, zonder meer, terug en dan zullen wij naar andere middelen hier omzien.-

Ik hoop dat tegen Uwe komst Mevrouw Brummer hier terug zal zijn. Zij ging naar Batavia om bij de bevalling harer dochter tegenwoordig te zijn en die gebeurtenis heeft reeds met succes plaats gehad.

Maak s.v.p. mijne wederkeerige vriendelijke groete aan Mevrouw en geloof mij hoogachtend

Uedg. dw. dr.

BrestvanKempen.