Multatuli.online

3 april 1855

Twee aantekeningen inzake Dekkers rekest van 25 maart. Half velletje post, aan beide kanten beschreven. De eerste notitie is van Mr. Keuchenius, de tweede van Minister Pahud. (Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage. Fotokopie M.M.)

Spoed.

In weerwil van het moeijelijk dilemma, waarin de Heer Douwes Dekker den Heer Minister van Kolonien zoekt te brengen, zoude ik meenen, dat het Req. met het oog op het Besluit van 12 Oct. 1841 no. 72, niet kan worden ingewilligd, maar den Requestrant eene buitengewone gunst zal worden verleend, indien hem, nadat hij willekeurig zijnen verlofstijd verlengd en het Dep. ten aanzien van zijn vertrek in eenen verkeerden waan gebragt heeft, een voorschot van vier maanden verlofstractement, met behoud zijner ambtelijke positie, verleend wordt.

Tot niets meer zoude ik, met het oog op hetgene voortdurend aan anderen is geweigerd, durven adviseren.

(paraaf)

Ks

De Hr. D: is alléén oorzaak van den toestand waarin hij zich gebragt ziet; een voorschot zoo als hij verlangt kan ik hem niet geven, met 4/m verloftraktt zal hij niet geholpen zijn, en zou daardoor ook facto zijn geregulariseerd de positie waarin hij zich eigendunkelijk gebragt heeft.-

Eene spoedige kennisgeving dat in zijn verzoek niet kan worden getreden is dus noodig.

(paraaf)

CFP

3 april