Multatuli.online

12-17 maart 1855

Drie aantekeningen, in potlood aangebracht op Dekkers brief van 8 maart 1855. De tweede is van Mr. Keuchenius, de derde, diagonaalsgewijs door de oorspronkelijke tekst heen geschreven, van Minister Pahud.

Kan hier in worden berust?

Zoo ja, tot wanneer.-

12 mrt. '55.

A.

Ik geef in overweging den Heer Dekker, die in zijn request van November het voornemen openbaarde om overland naar Indie te vertrekken, alwaar hij vóór ulto Februarij moest teruggekeerd zijn, onder afkeuring van zijn te deze gehouden gedrag, tijd te laten tot ulto April. Vier maanden later in Batavia aankomende, zal hij dan een half jaar achterlijk zijn.

Ik zie geen reden om den Hr D. ongevraagd eene prolongatie van verlof te geven. - Hij heeft zich in de positie gebragt van te worden voorgedragen tot ontslag. Ik wil daarmede wel nog een poos wachten, doch zijne handeling te regulariseren door hem thans nog verlof bij continuatie te verleenen, dat gaat niet - Een onderhandse waarschuwing aan den Hr D. om spoedig te vertrekken en daarvan te doen blijken door mededeeling van den dag van vertrek zou welligt goed zijn. - de Hr D. heeft reeds jaren geleden bewezen, dat hij een zonderling persoon is, met hem dient men voorzigtig te werk te gaan, daarom zal eene gehee partikuliere uit welwillendheid voortspruitende mededeeling verkieslijk zijn.

CFP

17 Maart