Multatuli.online

Lijst van brieven op datum

17 november 1853

van

Multatuli

aan

Ch. F. Pahud (bio)

 

Volledige Werken. Deel 9. Brieven en dokumenten uit de jaren 1846-1857 (1956)

terug naar lijst

17 november 1853

Brief van Dekker aan de Minister van Koloniën, particulier. (Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage. Fotokopie M.M.)

Bovenaan heeft Minister Pahud genoteerd: ‘Aan den Heer Secr. Genl. om hier op te kunnen letten bij ontvangst van het adres. CFP. 18 nov.

Amsterdam, 17 November 1853

Aan Zijne Excellentie den Heere

Chs. F. Pahud, Kommandeur, ridder enz.,

Minister van Kolonien te 's Gravenhage

Excellentie.

Het is niet dan met schroom dat ik de vrijheid neem mij met dit schrijven particulier tot Uwe Excellentie te wenden met het verzoek eene gunstige beschikking te nemen op het request dat ik mij genoodzaakt gevoel op heden in allen eerbied bij Uwe Excellentie intedienen, en waarbij ik Uwe Excellentie verzoek mij te doen verleenen een voorschot van drie maanden op mijn O.I. verlofstractement.

Ik zoude vreezen misbruik van Uwer Excellenties attentie te maken indien ik al de tegenheden schetste die mij gedurig hebben getroffen en hoe ik met aanhoudende volharding daaraan het hoofd geboden heb.

Eene totale uitputting van geldelijke middelen is daarvan het gevolg geweest, doch hoe gaarne ik mij steeds aan de daaruit voortvloeijende bekrimping van de uitgaven onderwierp, thans ben ik wel genoodzaakt hulp te vragen daar ik in omstandigheden verkeer die inderdaad nijpend zijn.

Binnen weinige weken zie ik de bevalling mijner vrouw tegemoet, en het is waarlijk grievend dat dit vooruitzigt, na een bijna achtjarig huwelijk voor het eerst zich opdoende, mij thans met bezorgdheid en angst vervult, daar ik mij niet in de mogelijkheid zie het hoofd te bieden aan de uitgaven die van zulk eene gebeurtenis onafscheidelijk zijn.

Elke andere behoefte zou welligt kunnen worden uitgesteld, bezuinigd of bekrompen, - maar bitter hard zoude het wezen indien ik niet in staat gesteld werd de geboorte van mijn eerste kind zonder angst tegemoet te zien.

Ik beroep mij op de menschlievendheid van Uwe Excellentie in de beschikking op mijn verzoekschrift en heb de eer mij na de betuiging mijner verschuldigde gevoelens van eerbied te noemen

Excellentie,

Van Uwe Excellentie de zeer gehoorzame Dienaar

Douwes Dekker