Lijst van brieven op datum
27 juni 1851
Volledige Werken. Deel 9. Brieven en dokumenten uit de jaren 1846-1857 (1956)
* 27 juni 1851
Missive van de Resident van Menado aan de Gouverneur-Generaal. Concept van Dekker. (Pleidooi, blz. 193)
Het genoemde verslag in de Javasche Courant betreft het innemen van Siloe (Filippijnen) door Spaanse landingstroepen: ‘Al de forten en een gedeelte van de omringende stad, het brandpunt der sedert de laatste tweehonderd jaren gepleegde zeerooverijen, zijn in den korten tijd van 48 uren in puin en asch veranderd, en Sulthan Mohamed is alleen door eene schandelijke vlugt onze magt ontkomen.’
Met referte tot mijn schrijven van 8 Mei j.l. 309. - heb ik de eer Uwe Excellentie kennis te geven dat de kusten dezer residentie bij voortduring door zeeroovers worden onveilig gemaakt en dat in de laatste dagen wederom verscheidene strandbewoners der Minahassa de slagtoffers van de stoutheid dier misdadigers geworden zijn.
Die stoutheid gaat dan ook door voortdurende straffeloosheid zóó ver dat zij het gewaagd hebben weinig dagen geleden op klaarlichten dag, en slechts weinig buiten bereik van het geschut in het fort, de baai van Menado te passeren.
De Ternaatsche korra korra die ik terstond ter hunner vervolging uitzond is - gelijk ik trouwens voorzag en van die nagenoeg nimmer aan het doel beantwoordende vaartuigen gewoon ben - na twee dagen uitblijven onverrigter zake teruggekeerd. De voortdurende spanning waarin de nabijheid der zeeroovers de bevolking der Minahassa brengt, en die zelfs - en niet ten onregte - op de Europesche Ingezetenen der Hoofdplaats is overgeslagen, werkt allernadeeligst op de gemoederen, en moet noodwendig eenen verderfelijken invloed uitoefenen op het vertrouwen der onderdanen op de bescherming van het Gouvernement.
Ik neem de vrijheid Uwe Excellentie hiernevens aantebieden een aantal brieven van onderscheidene kanten in de laatste dagen ontvangen, - (waaronder alsmede van Gorontalo) - en waaruit Uwe Excellentie naar ik eerbiedig vertrouwe de noodzakelijkheid zal gelieven intezien om de kusten dezer Residentie, benevens de afhankelijke rijkjes door het stationeren van een speciaal daartoe bestemd oorlogsvaartuig te beschermen, een maatregel des te meer noodzakelijk opdat niet te eenigen tijd bij de Hoofden van de omliggende rijkjes het denkbeeld oprijze, dat zij die bescherming - het eenige wat zij van het Ned. Ind. Gouvernement genieten - beter en krachtdadiger van eenige andere mogendheid verkrijgen zouden, - welk denkbeeld niet zoo geheel ongegrond voorkomt als men het oog slaat op de doeltreffende expeditie der Spanjaarden omschreven in de Javasche Courant van 19 April j.l. No. 32.
De RvM.