Multatuli.online

Brieven en dokumenten

27 juli 1846

Dekker bij gouvernementsbesluit benoemd tot lid van een commissie ter herziening van de aanslag der verponding op Java over 1847-1849. (Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage. Fotokopie M.M.)

Van het acht bladzijden lange besluit zijn alleen de voornaamste gedeelten hieronder afgedrukt.

Gelet op de besluiten van 1 Julij 1840 No: 1 en 2 Mei 1843 No: 1; De Raad van Indie gehoord (advies van 16 dezer No: 1768);

Is goedgevonden en Verstaan:

Eerstelijk:

Te bepalen

a. dat voor de vaststelling van het cijfer van den aanslag der belasting van verponding over de jaren 1847, 1848 en 1849 in de onderscheidene Residentiën en afdeelingen op Java, waar die belasting is ingevoerd, commissien zullen worden benoemd, aan welke zal zijn opgedragen te beoordeelen:

1o welke perceelen te laag in de belasting zijn aangeslagen, en daarin mitsdien zullen behooren te worden verhoogd,

2o welke perceelen alsnog bij de belasting zullen behooren opgenomen dan wel daarvan vrijgesteld te worden, en

3o of de bezwaren, door eigenaren van vastigheden intebrengen wegens te hoogen aanslag hunner eigendommen, al dan niet behooren te worden aangenomen, en zoo ja, in hoever het verzoek om vermindering van den aanslag in de belasting zal moeten worden ingewilligd.-

b. dat aan de belastingschuldigen, die over den aanslag hunner vastigheden bij het middel van verponding mogten verlangen te doleren, daartoe de gelegenheid wordt gegeven gedurende de maanden Augustus September en October 1846, en dat zij tot dat einde verpligt zullen zijn hunne bezwaren intebrengen bij de voor iedere Residentie of afdeeling respectievelijk te benoemen Commissie ter herziening van den aanslag der verponding, enz. Ten tweede:

Vasttestellen:

a. dat de respectieve commissien voor de herziening van den aanslag der verponding op Java en Madura zullen worden gepresideerd door de Residenten of op zichzelf staande Adsistent Residenten, met bepaling wijders dat in de Residentien Samarang en Soerabaija, bij afwezigheid of wettige verhindering van den Resident, de Adsistent Resident voor de policie het voorzitterschap voor zoo lang zal bekleeden, en dat in het algemeen, bij noodzakelijke verhindering of ontstentenis van een der leden van de commissie, diens plaats onverwijld ter keuze van de eerste plaatselijke autoriteit op de best mogelijke wijze door eenen anderen geschikten persoon zal worden vervuld, enz.

Tot leden der bedoelde Commissien te benoemen en uittenoodigen:

1o Voor de residentie Bantam.

den Secretaris der Residentie en de controleurs van de afdeelingen Serang en Tjiekandie.

2o enz.

11. voor de Residentie Baglen,

den kommies op het Residentie bureau E. Douwes Dekker en den klerk A: L: Eduards.

12. enz.