Multatuli.online

10 april 1846

Huwelijksakte van Dekker en Tine. Drie bladzijden folio. (Fotokopie M.M.) Het opschrift en de twee zinsneden tussen haken staan op de eerste bladzijde marginaal.

Nummer Een. Huwelijk van Eduard Douwes Dekker en Everdina Huberta van Wijnbergen

Op heden Vrijdag den tienden April des jaars Een duizend acht honderd zes en veertig de klokke Elf ure des voormiddags zijn voor mij ondergeteekende Anthonij Rutering Secretaris van de Residentie Preanger Regentschappen als ambtenaar van den Burgerlijken Stand te Tjiandjoer gecompareerd de personen van Eduard Douwes Dekker [oud ruim zes en twintig jaren geboren te Amsterdam Ambtenaar op wachtgeld woonachtig te Batavia en tijdelijk verblijf houdende te Poerwakarta ongehuwd jongman] en Everdina Huberta van Wijnbergen [oud ruim zes en twintig jaren geboren te Antwerpen zonder beroep wonende te Parakan Salak afdeeling Tjanjor ongehuwde jonge dochter] die uitwijzens acte van den Negentienden Maart des jaars Een duizend acht honderd zes en veertig nummer Een behoorlijk in ondertrouw zijnde aangeteekend als nu van mij verzochten overtegaan tot het voltrekken van hun voorgenomen huwelijk En aangezien de drie afkondigingen hebben plaats gehad te Tjiandjoer Residentie Preanger Regentschappen de eerste op Zondag den twee en twintigste Maart de tweede op Zondag den negen en twintigste Maart en de derde op Zondag den vijfden April dezes jaars Een duizend acht honderd zes en veertig en te Batavia en te Krawang blijkens de hiernevens gevoegde extracten uit het register van huwelijksch afkondigingen van den ambtenaar van den Burgerlijken Stand te Batavia Carel Pieter Brest van Kempen van den achtsten April dezes jaars een duizend acht honderd zes en veertig nummer dertien en van den ambtenaar van den Burgerlijken Stand te Krawang Jean Henri Dickelman van den achtste April dezes jaars een duizend acht honderd zes en veertig nummer twee zonder dat eenig verzet tegen het huwelijk geopperd zij.-

Zoo heb ik om aan hun verzoek regt te laten wedervaren hen verzocht ten blijke hunner trouw elkanderen de ontblote regterhand te geven en aldus afgevraagd of Zij verklaren uit eigen, vrije en ongedwongen wille elkander over en weder te nemen tot wettige vrouw en man met voornemen van nooit om lief leed noch eenigerhande zaken elkanderen te verlaten.

Op welke vrage door elk der comparanten geantwoord zijnde Ja, heb ik de comparanten uit naam der wet verklaard door het huwelijk met elkander te zijn vereenigd.-

Aldus ten voorschreven dage en plaatse gedaan en verleden in tegenwoordigheid van John Obdam van beroep kontroleur der Landelijke inkomsten en Kultures der eerste klasse oud ruim negen en dertig jaren en Frederik Cornelis Geselschap oud ruim drie en twintig jaren van beroep klerk ten kantore van den Resident der Preanger Regentschappen beiden wonende te Tjiandjoer Hoofdplaats van de Residentie Preanger Regentschappen in hunne betrekking beiden als goede bekenden van de comparanten als getuigen die nevens de eerstgenoemde Comparanten na dat hen alle deze acte van woord tot woord was voorgelezen dezelve met mij alhier hebben onderteekend.

Douwes Dekker.

Als getuigen

J. Obdam

F. Geselschap

E: H: van Wijnbergen.

Bij mij Ambtenaar van den Burgerlijken Stand Rutering