Multatuli.online

29 maart 1846

Brief van Dekker aan Tine. Dubbel vel, tot over het midden van de tweede zijde beschreven. (M.M.) Genl. C.: Generaal Cleerens

Poerwakarta 29 Maart 1846.

Zondag avond.

Lieve beste bruid! Het zal u verwonderen p. expresse iets van mij te hooren. Dit komt lieve engel dewijl ik heden avond een idee heb gekregen dat ik U moet mededeelen en waaromtrent ik Uwe opinie weten wil. Ik heb U beloofd den 5n op Tjanjor te wezen en dit kan ook. Ik zelf verlang natuurlijk vurig bij U te zijn, maar ik heb den geheelen dag er over gedacht dat het zoo nuttig wezen zoude als ik vóor ons huwelijk nog eens 2 a 3 dagen te Batavia was, voornamelijk om bij den Heer van Nes te gaan. Als ik nu den 5n van hier ga zoude ik 2 dagen te Batavia kunnen zijn, en eerst den 10n bij U; ik moet daartoe dus uw verlof hebben; - waarlijk lieve, - als gij het niet goed vindt doe ik het niet, en zeg het toch ronduit als het U maar eenigzins verdriet doet. Ik heb er zeer veel voor over nog vóór ons trouwen eenige dagen bij U te zijn, die dagen zijn te schoon om zoo kort te duren. - Als ik dus den 10n op Tjanjor ben wilde ik tot 14 of 15 met trouwen wachten - Maar schrijf mij toch opregt of gij het goed vindt dat ik vijf dagen later kom - Het is natuurlijk in ons voordeel als ik Van Nes spreek, en later kan en wil ik niet van U afgaan, - wie weet hoe lang het nog duurt eer wij te zamen op Batavia kunnen zijn.-

Schrijf mij of Henriette reeds op Batavia is - ik ga dan bij den Genl. C. eene visite maken.-

Zend mij tevens de afdruk van Uw cachet om daarnaar een stempel te doen snijden -

Hebt ge ook nog iets op Batavia te doen?

Nog iets. - Op Batavia zal ik natuurlijk geld noodig hebben voor een en ander - Denkt gij dat ik van dat geld gebruiken kan dat ik voor v.d. Hucht bestemd heb? Ik heb op het oogenblik geen ander; het is f435. - koper.

Houdt brenger dezes niet lang op, want als gij het toestaat ga ik den 4n 's middags op reis, - maar lieve engel zeg toch juist zoo als ge 't meent; als ik wist dat gij verdrietig waart deed ik het niet, - zult ge mij heel opregt antwoorden op mijn laatsten brief p. post? Ik hoop daarop Vrijdag. - Adieu lieve engel.

Uw Eduard.

Geef den perjei f1. - koper. Als hij snel rijdt, krijgt hij hier nog twee. - Hebt ge ook geld noodig. Schrijf het mij.-