Multatuli.online

* 28 mei 1844

Missive van de Fiskaal aan Michiels met de vraag of Dekker crimineel of civiel moet worden vervolgd. (Bescheiden 1910, blz. 259)

Spoed

No: 75/f.

Padang, den 28 Mei 1844.

Aan den Generaal Majoor titulair, Civiel en Militair Gouverneur ter Westkust van Sumatra.

Met referte tot Uhedg. besluit ddo. 25 Mei jl. No: 1095, mij op heden geworden, neem ik de vrijheid Uhedg. te verzoeken, mij nader in te lichten omtrent de bedoeling van het bestuur, ten opzichte van de vervolging tegen den gesuspendeerden controleur E. Douwes Dekker; om reden het mij, noch uit boven genoemd besluit noch uit Uhedg. missive dd. 30 December 1843 No 2828, noch uit Uhedg. besluit ddo. 10 October 1843, No: 2253, duidelijk gebleken is, of deze stukken mij ten fine van crimineele vervolging zijn in handen gesteld, dan wel alleen, om de pretensiën van 's lands kas op den gesuspendeerden Controleur E. Douwes Dekker civiel te vervolgen. Aangezien ik niet geregtigd ben op eigen gezag, tegen een Gouvernements ambtenaar, inzake betreffende de uitoefening van zijne ambtsbetrekking, eene crimineele vervolging te institueren, heb ik mij verpligt gerekend, hieromtrent eene nadere beslissing van Uhedg. te verzoeken.

Het zal mij aangenaam zijn, bijaldien ik door Uhedg. in de gelegenheid gesteld word, na bekomen antwoord, de zaak van den gesuspendeerden controleur E. Douwes Dekker, op den aanstaande rechtsdag, Donderdag den 30 Mei aanstaande te behandelen.

De Fiskaal bij den Raad van Justitie,

J.G. Lange.