Multatuli.online

* 19 november 1843

Missive van Dekker aan Michiels inzake vendutie. (Bescheiden 1910, blz. 208)

Padang, den 19 November 1843.

Aan den Generaal, Gouverneur ter Westkust van Sumatra.

Ik heb de eer Uhedg. ter kennisse te brengen, dat ik op eergisteren in het bezit geraakt ben van een autenthiek afschrift der Vendurol van de op 28 Augustus jl. te Natal ten mijnen behoeve gehouden vendutie, waaruit was voortvloeiende mijne in 's Lands kas gediscompteerde acceptatie van f2461.65 koper
Alsmede dat ik van Natal bericht ontvangen heb, dat door den Vendumeester aldaar op den 9n dezer, bereids een bedrag van f 1771.37 à f1.20 f2125.64
_____
Rest f 336.01
was geincasseerd, en dat er voor de inning van het restant geene vrees bestond, dewijl zulks door ‘goede Debiteuren’ verschuldigd was.

Van een en ander heb ik gisteren aan den Raad van Justitie kennis gegeven.

In de overtuiging dat alsnu de zuiverheid der zaak, voor zooverre dezelve mocht betwijfeld zijn, gebleken is, en in aanmerking genomen het gering bedrag dat er op den 9 November jl aan de bedoelde acceptatie nog onverantwoord bleef, neem ik beleefdelijk de vrijheid Uhedg. te verzoeken, alsnu mij van het discompteren van genoemde acceptatie te verschoonen. Dit toch zoude mij noodzaken alhier op Padang, waar ik onbekend ben, en nagenoeg geene connexien heb, verplichting te maken aan vreemden, hetgeen indien zulks eenigzins konde vermeden worden, immer stuitend blijft.

De Controleur 2e klasse,

Dekker.