Multatuli.online

* 14 oktober 1843

Missive van Assistent-Resident Van der Ven aan Kolonel Michiels inzake de klacht. (Bescheiden 1910, blz. 193)

De heer P.M.L. de Bruijn Prince, oud vice-president van de Raad van Ned.-Indië, maakt bij deze brief de volgende opmerking:Het is niet bekend dat Dekker op bovenbedoelde beschuldigingen is gehoord. Men moet derhalve voorzichtig zijn in het maken van zijn gevolgtrekkingen. In Indië is het geen zeldzaam verschijnsel, dat na het vertrek van een doortastend ambtenaar lasterlike praatjes van hem worden verteld, en aangezien Dekker bovendien in onmin had geleefd met de as. res. chef van de afdeling, is het stellen van een onbeperkt vertrouwen in de geloofwaardigheid van de afgelegde verklaringen, zeker niet raadzaam. Men moet ook vooral niet uit het oog verliezen dat de fuselier Spies in de maand Desember 1842 door Dekker was beboet.Ramie ramie (in het laatste verhoor): met velen. Pontjan: hoofdplaats der afdeling Tapanoeli.

De als bijlage toegevoegde schuldbekentenis is het autentieke stuk, reeds vermeld op 27 augustus.

No. 349. Natal, den 14e October 1843.
Aan den Kolonel, Civiel en Militair Gouverneur van Sumatra's Westkust.
Kommissoriaal van den 26n September 1843 No. 2129 (missive). Bevinding en berigt van den wd. Assistent Resident van Aijer Bangies.
Last om te dienen van bevinding en berigt omtrent de door den chineeschen pachter Tin Aijon te Natal bij overgelegd adres ingebragte klagten tegen den controleur der tweede klasse E. Douwes Dekker. Als resultaat van het ingesteld plaatselijk onderzoek omtrent de door den chinees Tin Aijon ten regte (Tijon Aijoe) te Natal bij adres aan UHoogEdelGestrenge ingebragte klagten tegen den controleur E. Douwes Dekker heeft de ondergeteekende de Eer te berigten:

1. Dat de controleur voornoemd tijdens zijn bestuur te Natal zich heeft schuldig gemaakt aan misbruik van gezag, door bedoelden chinees, zonder eenige geldige redenen, gedurende twee dagen in het blok te doen sluiten en buiten toegang te stellen.

2. Dat genoemde Ambtenaar niet geschroomd heeft om van den fuselier J. Spies in bezetting te Natal en den chinees Tijon Aijoe voornoemd eene som van f 5000. koper ter leen te vragen teneinde het tekort in 's lands kas te dekken waaromtrent bij dezerzijdsche missive van den 15n September ll. No. 302 is berigt.

3. Dat de controleur voornoemd evenzoo ten opzichte van de Inlandsche Hoofden te Natal en inzonderheid van den zich in arrest bevindende Toeankoe Bezaar, zich heeft schuldig gemaakt aan misbruik van gezag en tevens de waardigheid van het Gouvernement op eene verregaande wijze gecompromitteerd heeft door met bedreigingen te trachten van hen een bedrag van f 5000. koper in leen te bekomen teneinde het bedoeld tekort op zijne geldelijke Administratie te dekken, en

4. Eindelijk dat hij niet ontzien heeft werkelijk van den Toeankoe Bezaar voornoemd, eene som van f 500. koper in leen te nemen blijkens het overgelegd schuldbewijs, waaromtrent nog dient opgemerkt dat de Toeankoe Bezaar verklaart van den controleur voornoemd de verzekering te hebben ontvangen dat die som zoude worden afgelost zoodra hij controleur zijn voorgegeven nieuwe standplaats Solok zoude hebben bereikt, terwijl de wijze van betaling in het schuldbewijs wordt gesteld bij maandelijksche paijementen, wanneer daartoe bij hem controleur de mogelijkheid bestaat!

Tot staving van het vorenstaande worden UHoogEdelgestrenge hierneven aangeboden drie verklaringen respectivelijk van den Toeankoe Bezaar, den fusilier J. Spies en den chinees Tijon Aijoe voornoemd waarbij naar het inzien van den ondergeteekende de tegen den controleur E. Douwes Dekker ingebrachte beschuldigingen voldoende worden bewezen; overigens heeft men vermeend het onderzoek in deze niet verder uittestrekken ten einde de waardigheid van het Gouvernement, ten overstaan van de bevolking niet meer te compromitteren.

De ondergeteekende neemt de vrijheid het in zijn handen gesteld adres hierbij weder aan te bieden, terwijl hij aan UHoogEdelgestrenges beslissing onderwerpt in hoeverre het noodig kan worden geacht dat het overgelegde schuldbewijs weder in handen van den Toeankoe Bezaar van Natal worde gesteld.

De wd. Assistent-Resident,

v.d. Ven.

Proces Verbaal van de afgelegde verklaring door den chinees Tijon Aijoe te Natal voor den ondergeteekende Wd. Assistent Resident van Aijer Bangies en den Controleur 3e klasse te Natal op heden den 14e October 1843.

De chinees Tijon Aijoe voornoemd verklaard op de daartoe gedane vragen als volgt:

Omstreeks 8 dagen voor de komst van den nieuwen Controleur alhier (13 Augustus) liet de Controleur Douwes Dekker mij ontbieden te kennen gevende dat hij veel Gouvernementsgeld te kort kwam en verzoekende om tot dekking daarvan f4000. à f5000. ter leen te hebben.

Daarop gaf ik te kennen dat ik zooveel gelden niet ter mijner beschikking had en nu verzocht mij de Controleur Douwes Dekker dat ik die gelden zoude trachten te leenen. Ik deed zulks doch kwam weldra onverrigter zake terug, dewijl niemand de genoemde som in leen wilde voorschieten. Op het berigt daarvan was de Controleur zeer ontevreden en bedreigde mij later wel te zullen vinden. Ongeveer 8 dagen daarna vervoegde ik mij bij den Militaire Kommandant alhier, met verzoek om mij te willen helpen in de opmaking eener rekening ten laste van den Controleur voornoemd ter zake van de leverancie van verschillende articelen. De Kommandant raadde mij echter om zelfs naar de Controleur te gaan, dewijl deze welligd beschaamd zoude zijn, hij trok het bedrag der onderscheidene Artikelen te zamen en stelde zulks op eene Nota.

De som bedroeg f107. koper.

Ik begaf mij vervolgens naar den Controleur en deze liet mij nog dienzelfden dag betalen.

Drie dagen later echter, toen de Militaire Kommandant de hierboven bedoelde Nota aan den Controleur vertoonde, liet deze mij roepen en in het blok sluiten, alwaar ik twee dagen en een nacht, als een groot misdadiger zonder toegang van mijne betrekkingen in bleef, terwijl ik alleen op de herhaalde verzoeken van mijnen vrouw de vrijheid herkreeg.

De vorenstaande verklaring den declarant in het Maleidsch voorgehouden hebbende, zoo verklaard hij die wel te verstaan, daaraan niets te kunnen veranderen en de waarheid derzelve met Eede te willen bevestigen.

Waarna wij deze in triplo hebben onderteekend op datum en plaatse Alsboven.

A. v.d. Ven.

H. Diepenhorst.

Handteekening van Tijon Ajoe voornd.

(Chinese karakters)

Ons bekend,

H.J.I. Gout.

Proces Verbaal van de afgelegde verklaring door den Fuselier Johan Spies oud 40 jaren, in garnisoen te Natal voor den ondergeteekenden Wd. Assistent Resident van Aijer Bangies en den Controleur der 3e klasse te Natal op heden den 14 October 1843.

De fuselier Spies voornoemd verklaard op de daartoe gedane vragen als volgt:

Op den 18e Julij jl. werdt ik door den Controleur der 2e klasse E.D. Dekker ten huize van den Militaire Kommandant alhier geroepen en werd mij daar door hem gevraagd of ik hem wilde verpligten met hem f5000. kopergeld te leenen, erbij voegende dat hij 's lands kas moest overgeven.

Ik heb hierop geantwoord, dat ik dat niet kon doen om dat f5000. wat veel was, doch dat ik mij er eens op wilde bedenken en nader antwoord zoude geven.

Des avonds ten ½ 5 à 5 uren van dien zelfden dag werd ik weder door genoemde Controleur aan deszelfs woning geroepen, doende hij mij als toen het aanbod om mij nog dienzelfden dag nog een praauw te verstrekken ingeval ik de gevraagde gelden van Padang moest laten halen. Ik gaf hem daarop ten antwoord, dat ik te Natal nog wel f5000. bij elkander zou kunnen brengen, doch dat ik deze zaak nog tot morgen in beraad wilde houden. Den volgenden morgen werd ik andermaal vroegtijdig bij gemelde Controleur ontboden en hij sprak mij toen weder dringend om hulp aan.

Ik zeide hem weder dat ik mij nog wat wilde bezinnen en ik hem nader berigt zou geven.

Denzelfden morgen nog schreef ik den Controleur Dekker, dat ik aan zijn verzoek niet kon voldoen, want dat ik niet zoo veel geld in de waagschaal wilde stellen, aangezien ik reeds zoo menig verlies van dien aard had geleden.

Verder heeft hij mij daarover niet gesproken.

De vorenstaande verklaring den declarant voorgehouden hebbende, verklaard hij die wel te verstaan, daaraan niets te kunnen veranderen en de waarheid derzelve met Eede te willen bevestigen. Waarna wij deze in triplo hebben onderteekend op datum en plaatse Alsboven.

A. v.d. Ven.

H. Diepenhorst.

Spies.

Procesverbaal van de afgelegde verklaring door den Toeankoe Bezaar van Natal voor de ondergeteekenden wd. Assistent Resident van Aijer Bangies en den Controleur der 3 klasse te Natal op heden den veertienden October 1843.

De Toeankoe Bezaar van Natal verklaart op de daartoe gedane vragen het volgende:

Toen de Controleur E. Douwes Dekker het berigt ontving dat hij vervangen zoude worden, vervoegde hij zich tot mij met te kennen gave dat hij Gouvernements gelden gebezigd had, en verzoekende, dat ik hem ter restitutie daarvan f5000. koper zoude leenen.

Ik gaf hem daarop te kennen dat ik zoo veel geld niet bezat, waarop de Controleur hernam dat hij volstrekt het geld hebben moest en ik desnoods mijne goederen moest verkoopen of verpanden, of het geld bij de kooplieden op de Bazaar leenen.

Hierop verzamelden zich de Hoofden ten huize van den Controleur voornd. en in tegenwoordigheid van hen allen werd het voorschreven verzoek door den Controleur voornd. herhaald. De Hoofden (Dato's) verklaarden toen dat zij lieden niet genegen waren mij, ten behoeve van den Controleur te helpen, doch dat zij bereid waren, om voor zooveel zij vermogten, de schuld van Soetan Salim aan de Factorij te voldoen en dat alsdan de Controleur met den geemploijeerden zou kunnen overeenkomen, om hem uit die gelden eene leening te doen.

De Geemploijeerde schijnt hierin niet te hebben toegestemd, althans de Controleur voornoemd wendde zich nogmaals met bedreigingen en stampvoetende tot mij, met aandrang om zelfs tot mijne kleederen toe te verkoopen.

Nogmaals verklaarde ik dat mijn vermogen zulks niet toeliet, en toen noodzaakte hij mij om eenige vermogende lieden op de Bazaar ten zijnen huize te laten roepen waar aan ik voldeed, ook deze waren weigerachtig en dit was nogmaals eene reden voor den Controleur om mij met harde woorden te bejegenen.

Eindelijk verliet de Controleur mij en kort daarna ontving ik zijn berigt, dat hij niet afgelost zoude worden en dus geen geld behoefde.

Vervolgens schijnt de Controleur ander berigt te hebben beko-men, en hij gaf strenge bevelen om met alle mogelijke spoed en ramie ramie eene praauw in gereedheid te doen brengen, dewijl hij Controleur naar Pontjan wilde vertrekken.

De praauw gereed zijnde zoo kwam de nieuwe Controleur der 3e klasse Diepenhorst aan, en in stede dat de Controleur Douwes Dekker nu zelve vertrok bragt de praauw slechts eenen brief over. Na de komst van de nieuwe Controleur vervoegde de Controleur Douwes Dekker zich weder tot mij met verzoek om f500. ter leen, te betalen zoodra hij op Sollok zoude zijn gearriveerd. Hierin heb ik bewilligd en de f500. voorgeschoten, waarvoor ik een bewijs ontving.

De vorenstaande verklaring den Declarant in de Maleische taal voorgehouden hebbende, zoo verklaart hij die wel te verstaan, daaraan niets te kunnen veranderen en de waarheid derzelve met Eede te willen bevestigen.

Waarna wij deze in triplo hebben onderteekend op datum en plaatse als boven.

A. van der Ven.

H. Diepenhorst.

Handteekening van Toeankoe Bezaar te Natal,

(Arabische letters)

Ons bekend

H.J.I. Gout.