Multatuli.online

21 juni 1838

Gedicht van Abraham des Amorie van der Hoeven in het album van Eduard Douwes Dekker. Na deze pagina zijn er een tiental bladen uit het boekje verwijderd; de rest is onbeschreven. (M.M.)

Zie ook Millioenenstudiën (Werken, deel V, blz. 30).

Neem van mijn vriendenhand dees onbesmette bladen

En neem opnieuw mijn vriendenhart er bij:

Hou van der zonden smet het blad uws levens vrij

En wandel op bebloemde paden.

Neen, neen! 't zijn hier op aard niet enkel schoone dagen,

Soms razen buyen woest en wild:

Maar ligter is de last, dien men te zamen tilt

En 't wigt dat trouwe vrienden met ons dragen.

Deel met mij vreugde en smart, naar God ons die zal geven:

Maar, wat Zijn Vadermin ons hier op aard bereid',

o, Deelen we eens bij Hem der Heemlen zaligheid:

Die dag licht zonder eind, kort duurt de nacht van 't leven.

Abm. des Amorie V. d. Hoeven Jr.

21 Junij 1838.-