Tolk van den Vooruitgang, De-

tijdschrift ‘ter bevordering van aaneensluiting aller vrijzinnigen’. De eerste twee jaargangen (1875-1877) verschenen onder redactie van *G.W. van der Voo, de derde en vierde jaargang (1878-1879) onder redactie van *B.P. Korteweg. In de eerste jaargang publiceerde Van der Voo drie artikelen, getiteld ‘De bestrijders van Multatuli’, waarin hij zich vooral tegen *J. van Vloten kant (vw xviii, p. 26-29, p. 70-72 en p. 180-181). Van der Voo werd in hetzelfde blad van 1875-1876 bestreden door *J.W.T. Cohen Stuart (vw xviii, p. 67-70, p. 285-286 en p. 327-329). Cohen Stuart meent dat m. zich ‘verachtelijk’ gedragen heeft in ‘zake-Tine’ (vw xviii, p. 329).

De derde jaargang bevat m.'s ‘Brief aan de voorzitter van het Demokratisch Congres’, Jac. Rademacher (*congres 3), overgenomen uit Het Vrije Volk van 1873. In een postscriptum noemt hij de brief ‘door den slordigen vorm niet geschikt voor de pers’, maar geeft Rademacher wel toestemming voor publikatie, mits voorzien van dit naschrift. *Jut *De Vigne