Nationale Inschrijving
plan uit 1860 om geld in te zamelen ‘om de schulden van Max Havelaar te betalen’, aldus m. in een brief aan J. van Lennep d.d. 3 juni 1860 (vw x, p. 237). In dezelfde tijd spreekt m. hierover met de hoofdredacteur van de nrc, H.H. Tels. Deze heeft echter zijn bedenkingen, getuige m.'s brief aan Tine d.d. 17 juni 1860. m. moet eerst meer ‘éclat maken’ en een zekere Van Prehm, die m. hiervoor had willen benaderen, is niet de juiste man (vw x, p. 258).
Later in dat jaar vatten *P. Bleeker, *P.J. Veth, Abraham A. van Vloten en *B.W. van Starckenborg van Straten het plan op geld bijeen te brengen om m. in staat te stellen vrij van geldzorgen te kunnen schrijven. Op 29 november 1860 schrijft Van Straten aan m. ‘dat de Commissie geconstitueerd is’ (vw x, p. 363). m. heeft alle vertrouwen dat het geld er zal komen (vw x, p. 357, 365). De kritische artikelen in het Bataviaasch Handelsblad en daarna het gedocumenteerde stuk van *H.J. Lion in de nrc beïnvloeden de stemming echter ongunstig. Bleeker schrijft m. op 27 januari 1861 dat ‘thans het oogenblik tot provocering eener nationale demonstratie zeer ongunstig zou wezen’ en hij raadt hem aan weer in koloniale dienst te treden. Hij zal hem, evenals Veth, Van Starckenborg van Straten en Van Vloten, hierbij graag helpen (vw x, p. 387-388 en p. 392). m. is verontwaardigd over het ‘lafhartige terugtrekken van Veth en van Straten’ (vw x, p. 396).