Starckenborg van Straten, Barend Willem van-
1833-1901, assuradeur-koopman, gehuwd met Jeanne Marie Bruinier. Volgens een mededeling van Mimi (vw x, p. 344) ontmoette m. de familie Van Starckenborg van Straten in 1853 tijdens een reis naar Antwerpen. Starckenborg van Straten vertelde later aan Mimi dat hij en zijn echtgenote toen niet wisten met wie zij gesproken hadden, maar dat zijn vrouw na lezing van de Max Havelaar er zeker van was dat de schrijver hun reisgenoot was geweest. Op 27 oktober 1860 schrijft m. Tine dat Van Starckenborg van Straten hem is komen opzoeken en hem allerhartelijkst bejegend heeft. Op 13 november 1860 schrijft hij haar dat Van Starckenborg van Straten zich zijn lot heeft aangetrokken en hem in Het Poolsche koffiehuis heeft opgezocht. Zijn vrouw en hij zijn ‘allerliefst’ voor hem en vragen hem twee keer in de week te eten. Hij vraagt Tine vervolgens een briefje te schrijven aan mevrouw Van Starckenborg van Straten, waarvoor hij alvast de eerste zinnen en wat suggesties voor het vervolg van de brief geeft (vw x, p. 356). Tine voldoet aan het verzoek en schrijft het door m. in de pen gegeven briefje op 15 november (vw x, p. 359).
In 1860 is Van Starckenborg van Straten één van de initiatienemers van de *Nationale Inschrijving, m. schrijft op 17 november van dat jaar aan Tine dat Van Starckenborg van Straten zijn best voor hem doet; hij heeft f 200 van hem gekregen, m. noemt hem in deze brief een ‘beste edele jongen’; hij is echter geen ‘kapitalist’ op wiens geld m. kan rekenen (vw x, p. 362).
Op 29 november 1860 schrijft Van Starckenborg van Straten dat de commissie voor de *Nationale Inschrijving inmiddels is samengesteld (vw x, p. 363). m. is hem dankbaar voor de geboden hulp al vindt hij hem wel ‘krenterig’ en noemt hij de hulp ‘mondjes maat’ (brief aan Tine d.d. 30 november 1860, vw x, p. 364).
Wanneer de familie Van Starckenborg van Straten aan het eind van 1860 naar Brussel vertrekt met het doel J. van Vloten en Tine te spreken, is m. aanvankelijk verheugd. Als echter blijkt dat dit bezoek bedoeld is om inlichtingen over hem in te winnen, is hij woedend (brief aan Tine d.d. 5 december 1860, vw x, p. 366). Wanneer het plan voor de Nationale Inschrijving uiteindelijk dreigt te mislukken, is Van Starckenborg van Straten de enige die toch wil doorzetten (brief aan Tine d.d. 27 maart 1867, vw x, p. 422). De vriendschap wordt hierna niet voortgezet.