Winkel, Lammert Allerd te-

1809-1868, taalkundige, samen met M. de Vries de eerste redacteur van het *Woordenboek der Nederlandsche taal (1865) en samensteller van de Woordenlijst voor de spelling der Nederlandsche taal (1866; *De Vries).

Op het Congres te Gent in 1867 maakte m. kennis met hem, waarover hij op 24 augustus aan C. Busken Huet schrijft:

‘O, O, denk eens welke kennismaking my het innigste genoegen heeft gedaan? Dat raadt gy nooit! Ik ben puur verliefd op Dr te Winkel. Die man is zoo innemend vind ik, en ik sprak zoo gaarne met hem, dat ik om die kennismaking alleen myn heele reis niet betreur (...)’ (vw xii, p. 389)

Twee dagen later schrijft hij Te Winkel een brief, waarin hij benadrukt hoe aangenaam hem de kennismaking was. In deze brief neemt hij de op dezelfde dag geschreven brief aan *G.W. Vreede op. Hij schrijft Te Winkel verder dat hij, nu hij hem en De Vries heeft leren kennen, spijt heeft van zijn schimpen op het Woordenboek der Nederlandsche taal, maar ‘waarom hebt ge my ook zoo gehinderd met uw taalwetten?’ (vw xii, p. 394-398).

Over zijn veelvuldig gebruik van de welluidende verbindings-n, schrijft m. op 10 maart 1878 aan C. Vosmaer:

‘Als Te Winkel 't hoort... neen, toch niet. Ik wou zeggen dan komt-i z'n graf uit, maar hy zal 't zoo gek niet vinden hy die 't fatsoensverschil tusschen kommies & Commies, tusschen 'n advocaat en 'n prokureur (of omgekeerd heeft uitgevonden-)’ (vw xix, p. 287).