Vries, Hendrik de-

1839-1907, arts te Amsterdam, was aanvankelijk winkelbediende, studeerde in zijn vrije tijd en legde in 1873 zijn artsexamen af. Als groot vereerder van m. was hij aanwezig bij diens eerste voordracht in Frascati op 20 februari 1862 (verslag vw xi, p. 595). Mimi vermeldt dat m.'s kennismaking met De Vries plaatsvond in het voorjaar van 1863 (Brieven wb vi, p. 71). Toen De Vries hem zijn diensten aanbood, zou m. geantwoord hebben: ‘Ga je morgen voor mij te paard naar Polen?’ (De Vries, ‘Aan de nagedachtenis van E. Douwes Dekker’, in: De Dageraad, 1886-1887, dl. ii, p. 207; vw xxiv, p. 298-299).

In januari 1883 tracht De Vries m.'s astma te genezen met een arsenicumpreparaat. m. bedankt hem voor deze hulp (12 januari 1883, vw xxii, p. 522-524). De kuur blijkt echter niet te werken (brief aan De Vries d.d. 4 april 1883, vw xxii, p. 574-575). Toen m. in januari 1887 zeer veel last had van zijn astma, zocht De Vries hem op, maar ook hij kon hem niet meer helpen (vw xxiv, p. 65). Naar aanleiding van de verschijning van Eduard Douwes Dekker (Multatuli). Eene ziektegeschiedenis van *Theo Swart Abrahamsz, hield De Vries een voordracht voor de vereniging van openbare onderwijzers te Amsterdam (verslag in de nrc van 12 maart 1890).