Parang Koedjang
district van Lebak waarvan de schoonzoon van de regent demang was (*Wira Koesoema). dd.'s voorganger had aangetekend dat het verloop van de bevolking toe te schrijven was aan het ‘verregaand misbruik dat van de bevolking wordt gemaakt’, aldus schrijft dd. in zijn ‘Brief aan de Gouverneur-Generaal in ruste’ (vw i, p. 412). In deze brief beschrijft hij verder de situatie die hij zelf in Parang Koedjang aantrof:
‘Vrouwen en kinderen volgden schreiend den laatsten buffel, - Geheel Parang Koedjang stond op het punt te verhuizen, - Gehele dorpen waren uitgeroofd,-’ (vw i, p. 413)
In de Max Havelaar ontvangt Havelaar uit Parang Koedjang de meeste klagers. Hij kan 32 personen uit dit district noemen van wie in één maand tijd 36 buffels zijn afgenomen (vw i, p. 217, 218). Het was ook het districtshoofd van Parang-Koedjang dat de buffels van de vader van *Saïdjah afnam (vw i, p. 233). *Lebak